HP Plus communicatie les 6

Hoofdstuk 2 Communicatie
Blz. 7  tm 21 van je boek         
        Doelstellingen:
  • kan beoordelen wanneer een collega geraadpleegd moet worden bij het uitvoeren van     eenvoudige verzorgende handelingen (komt ook in andere hoofdstukken aan bod) 
  • kan cliënten informeren over therapietrouw
  • kan omgaan met onbegrepen gedrag
  • kan handelen in acute situaties (zoals zorgweigering, geen toegang tot de woning, bewusteloosheid, mogelijk overlijden en agressie)
  • kan acute situaties rapporteren
  • kan acute situaties bespreken met de eindverantwoordelijke.

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Helpende plusMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Communicatie
Blz. 7  tm 21 van je boek         
        Doelstellingen:
  • kan beoordelen wanneer een collega geraadpleegd moet worden bij het uitvoeren van     eenvoudige verzorgende handelingen (komt ook in andere hoofdstukken aan bod) 
  • kan cliënten informeren over therapietrouw
  • kan omgaan met onbegrepen gedrag
  • kan handelen in acute situaties (zoals zorgweigering, geen toegang tot de woning, bewusteloosheid, mogelijk overlijden en agressie)
  • kan acute situaties rapporteren
  • kan acute situaties bespreken met de eindverantwoordelijke.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 communicatie
Waar denk jij aan bij communicatie?
en bij communicatie in de zorg?

Welke afspraken zijn er bij jouw in de i
instelling omtrent communiceren?
 

Slide 2 - Tekstslide

Vraag aan de groep of ze voorbeelden kunnen geven.
denk bijvoorbeeld, wat mag je wel/niet zeggen en aan wie?
Hoe gaat de rapportage etc...
Wat is SOAP?
Subjectief: informatie afkomstig van de cliënt of mantelzorg.
Objectief: directe observatie van de situatie met feitelijke waarnemingen.
Analyse: de conclusie op basis van de subjectieve en objectieve gegevens.
Plan: het plan dat is of gaat worden uitgevoerd.

De SOAP-werkwijze structureert het rapporteren, het geeft overzicht en biedt veel mogelijkheden om beter te observeren en te analyseren en daarmee vervolgens betere zorg te leveren.

Slide 3 - Tekstslide

Een manier van rapporteren.
Is deze manier van rapporteren bekend?

Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Plan: Wat de medewerker vervolgens gaat doen.
SOAP
Subjectief: Mevrouw weigerde haar middag-medicijnen en zei dat ze ze niet meer wilde hebben.
Objectief: Werd onrustig en raakte van streek.
Analyse: Weigert in de regel geen medicijnen, maar ik heb pas kort geleden met mevrouw kennisgemaakt en ze kent me niet goed.
Plan: Ik zal wat tijd samen met haar doorbrengen zodat ze meer vertrouwd raakt met mijn gezelschap en vraag haar of zij de medicijnen later wil innemen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
Subjectief: De heer Aarts had vandaag geen zin om op te staan. Hij voelde zich niet lekker en had het koud. Ook vroeg hij of wij het bezoek van zijn dochter wilden afbellen.
Objectief: Dhr. Aarts heeft een lichte verhoging 37,8°C Hij staart tijdens de zorgmomenten naar het plafond en reageert niet op opbeurende woorden. Hij heeft vandaag niets gegeten en maar 1 kop thee gedronken.
Analyse: Hij is mogelijk lichamelijk niet in orde en lijkt somber gestemd.
Plan: Vanavond tempen. Elk uur drinken aanbieden en vochtlijst bijhouden. Morgen overleggen met cv-er over het inschakelen van een arts. Gedrag en stemming observeren en rapporteren.

Slide 5 - Tekstslide

SOEP 
Subjectief
Objectief
Evaluatie
Plan

Slide 6 - Tekstslide

Een goede rapportage is onmisbaar. Door goed te rapporteren weet ieder wat er speelt en kan er een goede en passende zorg worden gegeven. 
Het is belangrijk om de rapportage te lezen voordat je gaat werken en om je werk af te sluiten met een goede rapportage.
Lees na het rapporten je eigen rapportage nog eens goed door, waarbij je jezelf afvraagt of het begrijpelijk is voor een ander.
Opdracht 1
Juiste en onjuiste rapportage 
Maken van de opdracht en bespreken.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1 laten invullen en bespreken met elkaar. Gebruik de tips van de vorige dia.

Slide 8 - Tekstslide

  • Professionele communicatie, voorlezen op blz.9
Een professionele relatie of een werkrelatie
Is een relatie die je hebt door je werk. Een professionele relatie ontstaat niet spontaan en de rollen liggen vanaf het begin al vast. De helpende plus heeft bijvoorbeeld de rol van verzorger en begeleider. De cliënt heeft de rol van zorgvrager. Een professionele relatie heeft drie kenmerken:​
Er is een doel dat vooraf is gesteld, bijvoorbeeld: je wast de cliënt.​

Er is een vooraf vastgestelde tijd, bijvoorbeeld: twee keer per dag een half uur gedurende drie maanden.​
Er is een beloning. De een betaalt, de ander verdient.​

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basishouding (blz. 10)

Slide 10 - Tekstslide

  • Nabijheid, respect, empathie en echtheid vormen samen de basishouding van de helpende. ​
  • Dat is jouw houding tegenover alle cliënten. ​
  • Je stelt je open voor de cliënt, je leeft je in, je oordeelt niet, maar luistert en reageert op een echte manier. ​
  • Door de cliënt op die manier tegemoet te treden, geef je hem het gevoel dat je aandacht voor hem hebt. Deze houding schept vertrouwen bij de cliënt, waardoor je een vertrouwensband kunt opbouwen.​

Slide 11 - Link

Opdracht 3 blz. 10

Bekijk de voorbeeldzinnen op de website die je kunt gebruiken om empathie te tonen.
CULTURELE VERSCHILLEN​

In een andere cultuur kunnen er andere normen en waarden en andere rituelen zijn. ​

  • Er kan bijvoorbeeld een andere betekenis worden gegeven aan non-verbale communicatie. Als je hiervan niet goed op de hoogte bent, kan dit je professionele relatie beïnvloeden. ​Er zijn bijvoorbeeld culturen waarin mensen elkaar geen hand geven of geen oogcontact maken. Voordat je een cliënt uit een andere cultuur verzorgt, onderzoek je of er andere waarden en normen zijn waarmee je rekening moet houden. Dat doe je door met de cliënt of zijn familie te praten en de wensen te bespreken.​

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Opdracht 5
Clientgerichte zorg in een kleurrijke wereld.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden van onbegrepen gedrag zijn:​
  • weglopen​
  • dwalen​
  • roepen​
  • teruggetrokken gedrag vertonen​
  • angstig of onrustig zijn​
  • overmatig drinken​
  • zelfverwonding​
  • agressie.​
Onbegrepen gedrag wordt veroorzaakt door:​
  • omgevingsfactoren, bijvoorbeeld de invloed van geluid, de grootte van de ruimte, de behandeling door medebewoners of personeel​
  • lichamelijke factoren en medicijngebruik, bijvoorbeeld visuele beperkingen, pijn, bijwerkingen van medicatie, moeite met slikken of praten​
  • psychische factoren, bijvoorbeeld een depressie, angststoornis of persoonlijkheidsstoornis​
  • persoonlijke factoren, bijvoorbeeld hoe iemand omgaat met zijn onzelfstandigheid.​

Slide 15 - Link

Voorbeelden van onbegrepen gedrag.
Eventueel laten zien.
Onbegrepen gedrag
depressie, delier of dementie kunnen leiden tot onbegrepen gedrag.

Wat zie je aan onbegrepen gedrag
en hoe wordt ermee omgegaan?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga jij als helpende om met onbegrepen gedrag? ​​
Een verzorgende, arts en psycholoog bepalen samen de doelen van de zorg en bij welk gedrag wordt ingegrepen.


  • Als helpende zeg je rustig wie je bent en wat je komt doen bij cliënten met onbegrepen gedrag. ​
  • Vertel de cliënt bijvoorbeeld waarom hij daar is. ​
  • Vraag de familie vertrouwde voorwerpen van huis mee te nemen. Dat kan de cliënt geruststellen. ​
  • Ga hallucinaties of waanideeën niet tegenspreken, maar zeg dat jij ze niet ziet.​




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Probeer agressie of extreme onrust te voorkomen zonder medicijnen toe te dienen.​
  • Dit kan door bijvoorbeeld rustgevende activiteiten aan te bieden, door het laten horen van
      rustgevende muziek, door handmassage of een knuffeldier te geven. ​
  • Bij dementerende cliënten helpt het ook als je de levensgeschiedenis kent van de cliënt. Dan
     weet je waar de cliënt blij van wordt en wat hem kalmeert. ​
  • In het zorgplan worden de rustgevende activiteiten vastgelegd. Als helpende kun je soms
     ondersteunen door structuur aan te brengen in de dag. Je kunt een lijstje maken met
     plezierige activiteiten, waaruit de cliënt een keuze kan maken. ​
  • Deel je ervaringen met je collega’s, zodat zij hiervan kunnen leren en de volgende keer beter kunnen omgaan met de situatie. Betrek de familie en mantelzorgers bij de aanpak van de zorg. Bespreek wat zorgverleners kunnen doen om de cliënt te kalmeren.​




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van therapietrouw
(zie blz. 13 van je boek)

Slide 19 - Open vraag

Therapietrouw is het gebruik van voorgeschreven medicijnen volgens de voorschriften. ​
  • Als een cliënt de medicatie niet op de juiste manier en op het juiste tijdstip inneemt, loopt hij het risico dat de behandeling niet goed werkt. ​
  • Voor een arts is het dan heel moeilijk om na te gaan waarom het verwachte resultaat uitblijft en zo ontstaat de kans dat de arts de behandeling op een verkeerde manier aanpast. ​

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 10 samen bespreken
Ergonomisch werken
Ergonomie is het aanpassen van de omgeving aan jou als zorgverlener. Hulpmiddelen kunnen hierbij helpen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdrachten 12 en 13

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde les Communicatie
Hierna volgen dia's over vernevelen en inhalatie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Video over vernevelen

Slide 25 - Video

Instructie film over venevelen

Slide 26 - Link

protocol vernevelen met vernevelapperaat

Slide 27 - Link

Inhaleren met de Easyhaler

Slide 28 - Link

Inhaleren met de Respimat

Slide 29 - Link

Inhaleren met dosisaerosol en voorzetkamer

Slide 30 - Link

achtergrond informatie over inhaleren