thema 3 B3 en 4 nieren en lever

Leerdoelen
je kunt de bouw, functie en werking van de lever beschrijven 
welke rol speelt de lever in het constant houden van het interne milieu en de homeostase
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
je kunt de bouw, functie en werking van de lever beschrijven 
welke rol speelt de lever in het constant houden van het interne milieu en de homeostase

Slide 1 - Tekstslide

Lever
De lever krijgt zuurstofrijk bloed via de leverslagader en zuurstof-arm maar voedselrijk bloed via de poortader. In de lever wordt onder andere glycogeen opgeslagen, zodat de leverwerking belangrijk is voor de samenstelling van het bloedplasma. De lever is zodoende betrokken bij homeostase. 
Bouw: Binas 82D

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Functies van de lever
Leverslagader en poortader
Opbouwen en omzetten
- Aminozuren/ eiwitten (desaminering/transaminering)
- Glucose -> vet -> cholesterol

Afbreken
- Aminozuren > ureum
- Alcohol/ ander gif/ medicijnen

Afvoeren
- Gal (hemoglobine -> billirubine (geelbruin afbraakproduct)

Opslaan
- Glycogeen en ijzer

Slide 4 - Tekstslide

Geelzucht
  • De lever breekt rode bloedcellen af als ze oud zijn
  • De hemoglobine in de rode bloedcellen bevat ijzer, wat kleur geeft aan het bloed. Als je hemoglobine afbreekt krijg je de stof billirubine, wat wordt afgevoerd via gal.
  • Als de lever niet goed werkt komt er billirubine in het bloed
  • Dit verspreid zich door het lichaam en geeft een gele kleur in huid en weefsels
  • Geelzucht geeft dus aan dat iemands lever niet goed meer werkt

Slide 5 - Tekstslide

Nieren en urinewegen 85A

Slide 6 - Tekstslide

Samenstelling nier 85A

Slide 7 - Tekstslide

Urine wordt verzameld in het nierbekken en afgevoerd via de urineleiders. Via urine wordt overtollig water en zouten afgevoerd, zodoende hebben de nieren invloed op de osmotische waarde. De hoeveelheid uitgescheiden water staat onder invloed van het hormoon ADH: anti-diuretisch hormoon (anti-uitscheidingshormoon). Dus: hoe meer ADH, hoe minder water met urine uitgescheiden wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Door hoge bloeddruk wordt het vocht met glucose, ionen en ureum uit het bloedplasma in het nierkapsel eruit geperst. Dit heet ultrafiltratie. Dit proces kost geen zuurstof, door het kleinere volume vocht zit er dus relatief meer zuurstof in het bloed.

Slide 9 - Tekstslide

Kapsel van Bowman

Slide 10 - Tekstslide

Er wordt per dag 180 l voorurine gemaakt. Veel stoffen worden weer uit de voorurine mbv actief transport gehaald, bijv glucose. Dit proces heet terugresorptie.

De pH van het bloed wordt geregeld door meer of minder CO2 via de longen uit te ademen.

Slide 11 - Tekstslide

Binas 85B

Slide 12 - Tekstslide

Binas 85C

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide