Thema 6 - les 2

Thema 6
Het huis - dag 2
Ik leer Nederlandse ...
  • woorden
  • zinnen

Ik: 
  • kijk en lees
  • luister en spreek
  • schrijf op

Ik kan:
  • luisteren, spreken, lezen en schrijven
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ISKMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 6
Het huis - dag 2
Ik leer Nederlandse ...
  • woorden
  • zinnen

Ik: 
  • kijk en lees
  • luister en spreek
  • schrijf op

Ik kan:
  • luisteren, spreken, lezen en schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Tip: zet devices tijdens de les uit bij aanbod van de woorden.
Herhaling woorden dag 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het woordenschrift
  • Je leert 13 woorden (beter) kennen.

  • Je gaat in het woordenschrift schrijven.

  • Schrijft de vertaling erbij als dat kan.

  • Schrijf een korte zin als dat kan.
herhaling / (t)huiswerkopdracht: Typ het woord.
Tik op de hotspot en toon de schrijfwijze van het woord.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Enkelvoud (1): de flat
  • Meervoud (2+): de flats






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 4 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): het appartement
  • Meervoud (2+): de appartementen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 5 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de verdieping
  • Meervoud (2+): de verdiepingen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 6 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de boerderij
  • Meervoud (2+): de boerderijen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 7 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de stad
  • Meervoud (2+): de steden






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 8 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): het dorp
  • Meervoud (2+): de dorpen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 9 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): het vloerkleed
  • Meervoud (2+): de vloerkleden






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 10 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de eettafel
  • Meervoud (2+): de eettafels






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 11 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de bank
  • Meervoud (2+): de banken






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 12 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de salontafel
  • Meervoud (2+): de salontafels






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 13 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de radio
  • Meervoud (2+): de radio's






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 14 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de televisie
  • Meervoud (2+): de televisies






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 15 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): het gordijn
  • Meervoud (2+): de gordijnen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 16 - Woordweb

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
Samengevat, de woorden van dag 2 zijn:
Enkelvoud (1):
de flat
het appartement
de verdieping
de boerderij
de stad
het dorp
het vloerkleed
de eettafel
de bank
de salontafel
de radio
de televisie
het gordijn

Meervoud (2+):'
de flats
de appartementen
de verdiepingen
de boerderijen
de steden
de dorpen
de vloerkleden
de eettafels
de banken
de salontafels
de radio's
de televisies
de gordijnen



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Maak de oefeningen in het werkboekje.
  2. Zelfcontrole, is het goed geschreven?







  • Klaar? Lees in het leesboekje.
Aan het werk met de woorden
timer
30:00
Thema 6
dag 2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide zet je aan voor gebruik in de les door het oog in de bewerker zichtbaar te maken.

Slide 22 - Video

Deze slide zet je aan voor gebruik in de les door het oog in de bewerker zichtbaar te maken.

Slide 23 - Video

Deze slide zet je aan voor gebruik in de les door het oog in de bewerker zichtbaar te maken.

Slide 24 - Video

Deze slide zet je aan voor gebruik in de les door het oog in de bewerker zichtbaar te maken.

Slide 25 - Video

Deze slide zet je aan voor gebruik in de les door het oog in de bewerker zichtbaar te maken.
Tegenstellingen
warm
leeg
droog
dik
open
vast
oud
schoon
groot
goed
koud
vol
nat
dun
dicht
los
nieuw
vuil
klein
fout

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de woorden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordweb
Opdracht: Typ minimaal 10 woorden die je in thema 6 hebt geleerd.
  • Stuur elk woord apart in.
  • Probeer het zoveel mogelijk uit je hoofd te doen.
timer
5:00

Slide 28 - Woordweb

Zet de devices aan en laat leerlingen de woorden naar het bord sturen. Lukt dat zonder te spieken?

Ik heb woorden geleerd.

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Hoe leuk was de les vandaag?

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Klik tijdens de les bij deze dia op Escape, stop de LessonUp
Klik vervolgens in de bewerker op Deel met leerlingen en deel de les uit aan de klas. Laat leerlingen vervolgens met hun schoolmail inloggen bij www.lessonup.app om de DigLin+ oefeningen te kunnen maken vanuit de geselecteerde links, zoals beschreven op de DigLin+ slide.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Ga naar www.nt2school.nl en log in bij DigLin+.
  2. Kom terug naar LessonUp.
  3. Klik op onderstaande links om te oefenen.
Lezen

  1. Junior lezen
  2. Kies een tekst.
  3. Lees en luister.
  4. Maak oefeningen.
  5. Vul het evaluatieblad in.

r - l

Slide 32 - Tekstslide

Oren in de knoop: r - l
172 - Ja/nee
217- Wat hoor je?