L29 Inclusie - exclusie

Inclusie en exclusie: p. 326
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Inclusie en exclusie: p. 326

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1: onderzoek
Oefening 1: Kies een foto voor elke spreker (a)

Oefening 2: Beoordeel de taal (a, b)

Oefening 3: Hoe stel je de spreker voor? Afkomst/woonplaats


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke stem vind jij het aantrekkelijkst? (cijfer)

Slide 6 - Woordweb

Welke spreker mag jou vertegenwoordigen? (cijfer)

Slide 7 - Woordweb


oef 4 (a, b, c) 
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

betekenis 'inclusie'

Slide 9 - Woordweb

betekenis 'exclusie'

Slide 10 - Woordweb

4b Taal zorgt voor inclusie en exlusie

Wat betekent deze titel?

Slide 11 - Tekstslide

4b Taal zorgt voor inclusie en exlusie

Taal is een middel om 

Slide 12 - Tekstslide

4c Kun je nog een voorbeeld bedenken van hoe taal gebruikt wordt voor inclusie/exclusie?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Welke typische taalkenmerken of woorden halen de makers van Supercontent aan?

Slide 15 - Open vraag

(vak)jargon

Slide 16 - Tekstslide

5 Verklaar waarom het gebruik van jargon kan leiden tot inclusie of exclusie.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Inclusie en exclusie (2) p. 328

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

a) Wat is volgens jou
Marokkaans-Nederlands?

Slide 21 - Open vraag

b) typische taalkenmerken
Marokkaans-Nederlands

Slide 22 - Woordweb

Marokkaans-Nederlands
In het taalgebruik van personen met een Marokkaanse achtergrond hoor je vaak  Arabische of Berberse invloeden:

  • manier van woorden uitspreken (fonologie) sjch-klank
  • manier van zinnen bouwen (syntaxis) ik weet (het)
  • Arabische of Berberse woorden gebruiken (lexison) wollah

Slide 23 - Tekstslide

oefening 2 - p. 329-330
Literatuuronderzoek

Werk per 2 of 3. 
Beantwoord de vragen (2a en b) 
met behulp van de teksten (A en B) + fragment C op Diddit.






timer
12:00

Slide 24 - Tekstslide

oefening 2 - p. 329-330
Literatuuronderzoek

A. Jürgen Jaspers: onderzoek naar taalgebruik van jongeren met Marokkaanse afkomst (Universiteit Antwerpen)
B. Stefan Grondelaers: onderzoek naar effect van het gebruik van Marokkaans-Nederlands (Radbound Universiteit)
C. De Kennis van Nu: experiment

Slide 25 - Tekstslide

2a Vat de essentie van elk fragment samen.

A
B
C

Slide 26 - Tekstslide

2b Verklaar de uitspraak. Gebruik de termen inclusie en exclusie.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Oefening 3 - p. 331
Juist of fout?
Verbeter indien fout.

Slide 29 - Tekstslide

Als je maatschappelijk succesvol wilt zijn, dan laat je het best je accent zoveel mogelijk achterwege, ongeacht je afkomst.
Juist/fout, fragment A/B
A
juist
B
fout

Slide 30 - Quizvraag

code-switchen
'taalmenging' of schakelen tussen talen of varianten

  • kan in één zin
  • een manier om identiteit te uiten (inclusie/exclusie)
  • vaak gebruikt door mensen die meertalig opgroeien

Slide 31 - Tekstslide

Sprekers van Marokkaans-Nederlands gebruiken geen Algemeen Nederlands omdat dit een seutentaal is.
Juist/fout, fragment A/B
A
juist
B
fout

Slide 32 - Quizvraag

Regionale accenten worden even negatief gewaardeerd als Marokkaans-Nederlands, wat een etnisch accent is.
Juist/fout, fragment A/B
A
juist
B
fout

Slide 33 - Quizvraag