1,4 Moleculaire stoffen

Moleculaire stoffen 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Moleculaire stoffen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- 'inzoomen' op de soort stof: moleculaire stoffen 
- Kijken naar atoombindingen  
- Hoe zijn moleculen opgebouwd?
- Wat zijn de vanderwaals krachten 

Slide 2 - Tekstslide

Wat waren moleculaire stoffen ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Wat waren moleculaire stoffen ook alweer?
Bestaan alleen uit niet-metaal atomen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Atoom bindingen
- Om moleculen te vormen moeten atomen met elkaar binden 

- Dat doen ze door onderling elektronen te delen.

- Te visualiseren met atoom model van Bohr
 



Slide 6 - Tekstslide

Stel we kijken naar waterstof 
H2 in de natuur

Dus twee waterstof atomen aan elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Covalentie 
Elk atoom kan maar een maximaal aantal bindingen vormen = covalentie 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hiermee kunnen we voorspellen hoe bijvoorbeeld methaan (CH4) eruit ziet
Koolstof 4 bindingen
waterstof 1 binding 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Let op! dubbele bindingen of driedubbele bindingen zijn ook mogelijk. 

Slide 13 - Tekstslide

Molecuul rooster
Ziet er per molecuul anders uit 
maar altijd netjes gerangschikt

De moleculen trekken elkaar onderling
aan = molecuul binding 
= Van der waals binding 

Slide 14 - Tekstslide

Van der Waals binding
- Hoe groter, zwaarder en langer de moleculen zijn
- Hoe sterker de VdW binding 

- Massa kun je berekenen met de atoommassa's in het periodiek systeem

- Beïnvloedt het kook en smeltpunt 
- Sterkere VdW --> hoger kook en smeltpunt

Slide 15 - Tekstslide

Teken de structuurformules (met streepjes als bindingen)
1. NH3
2. HBr
3. H2O
4. CO2

Slide 16 - Tekstslide

Rangschik de volgende moleculen in oplopend kookpunt
1. Methaan
2. Fluor
3. N2O4 
4. Butaan 
5. Jood

Slide 17 - Tekstslide

Even zelf oefenen met 41, 42, 43, 44, 45, 46, 49, 51, 52, 54

Straks 41, 42 en 43 bespreken 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide