Theorie Culturele Activiteiten

Theorie Culturele Activiteiten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Theorie Culturele Activiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij culturele activiteiten?

Slide 2 - Woordweb

ENERGIZER
“Wereldreis in 5 minuten” – De docent noemt landen; studenten doen bij elk land een korte beweging of geluid (bijv. bij Spanje: flamenco klap, bij Japan: buiging).

Slide 3 - Tekstslide

Baby en peuter
Waar zou je voor kiezen?
  

Slide 4 - Tekstslide

studenten werken later met cliënten, collega’s en bezoekers van verschillende culturele achtergronden  in buurthuizen, zorginstellingen, kinderopvang, of bij evenementen.
Daarom moeten ze leren respectvol omgaan met cultuurverschillen en activiteiten organiseren die aansluiten bij ieders achtergrond en beleving.

Slide 5 - Tekstslide

Pubers vanaf 12 jaar
Jongeren vanaf deze leeftijd gaan hun eigen identiteit ontwikkelen. Ze krijgen eigen smaak.​

Je kan verschillende vormen van cultuur aanbieden.

  • Welke manieren van cultuur aanbieden kan je bedenken?​
  • Voorbeeld: CJP-pas voor jongeren​
  • zoek op voor wie dit is en wat​ je ermee kan



Slide 6 - Tekstslide

Volwassenen en ouderen
Hebben zich meestal al kunnen ontwikkelen. Weten wat ze leuk vinden.​

Soms kan mentale of fysieke achteruitgang in de weg zitten van het uitvoeren van culturele activiteiten

  • Welke activiteiten gericht op cultuur zie je op stage?

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zijn culturele activiteiten belangrijk voor individuen?

Slide 8 - Open vraag

Hoe kunnen culturele activiteiten bijdragen aan de gemeenschap?

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van het deelnemen aan culturele activiteiten voor cliënten?

Slide 10 - Open vraag

Vraaggericht en aanbodgericht
Vraaggericht
De cliënt geeft aan wat die graag wil of interessant vindt, jij gaat kijken welke activiteit hierbij past.

Aanbodgericht
Jij bedenkt een activiteit en de cliënt kiest of die hieraan mee doet.  

Wat zijn voor- en nadelen van deze vormen?

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk een culturele activiteit voor een doelgroep naar keuze
Beantwoord de volgende vragen:
  1. Wat voor activiteit is het?
  2. Waar zal het plaatsvinden?
  3. Waar moet je op letten bij de organisatie van zo'n activiteit?
  4. Wat heb je nodig om de activiteit uit te voeren?

Slide 12 - Tekstslide

terugkijken 
Hoe liet jij respect zien voor andere meningen of culturen?
Hoe heb jij samengewerkt binnen je groepje?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide