woordenschat 15 januari

Woordenschat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Het is niet hetzelfde als het virus en de kans is klein dat je er ziek van wordt.
Wat betekent 'de kans is klein'?

Slide 2 - Open vraag

Je lichaam gaat antistoffen aanmaken.
Wat betekent 'antistoffen'?

Slide 3 - Open vraag

Die kunnen het coronavirus verslaan als je echt besmet wordt.
Wat betekent 'besmet'?

Slide 4 - Open vraag

Maar die komen er wel in de loop van het jaar.
Wat betekent 'in de loop van het jaar'?

Slide 5 - Open vraag

Zorgpersoneel kan ervoor kiezen om als eerste ingeënt worden.
Wat betekent 'ingeënt'?

Slide 6 - Open vraag

Schrijf in meervoud
radio

Slide 7 - Open vraag

Schrijf in meervoud
huis

Slide 8 - Open vraag

Schrijf in meervoud
collega

Slide 9 - Open vraag

Schrijf in meervoud
tafel

Slide 10 - Open vraag

schrijf in meervoud
betaal

Slide 11 - Open vraag

schrijf het verkleinwoord
tafel

Slide 12 - Open vraag

schrijf het verkleinwoord
pet

Slide 13 - Open vraag

schrijf het verkleinwoord
gang

Slide 14 - Open vraag

schrijf het verkleinwoord
bank

Slide 15 - Open vraag

schrijf het verkleinwoord
boom

Slide 16 - Open vraag