Rapporteren van zorg

Rapporteren
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

- In  welke fase verpleegkundige zorg hoort raportage
3 methodes, beschrijvend, probleemgericht, charting bij exeption
- objectief, subjectief
- voor en nadelen schriftelijk rapporteren
- SOAP methode
- demonstratie soap methode




Slide 2 - Tekstslide

methoden
beschrijvend ( chronologisch verhaal..)
probleem gericht ( op VP problemen en doelen)
charting bij exception ( bij bijzonderheden)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe rapporteren?
Rapporteren is nuttig omdat het aangeeft wat je hebt gedaan en ook of je vervolgacties van je collega’s verwacht. Het is daarom belangrijk om consequent, duidelijk en feitelijk te rapporteren. Waar je verschil maakt in objectieve en subjectieve rapportages 

Slide 4 - Tekstslide

Objectief en subjectief 
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk, maar nog veel belangrijker is om te weten wanneer iemand objectieve of subjectieve argumenten geeft. Het is ook belangrijk om bij jezelf na te gaan of je in sommige situaties wel objectief bent.

Slide 5 - Tekstslide

Objectief 
  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 
  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 6 - Tekstslide

Op welke manier kun je rapporteren?

Slide 7 - Tekstslide

Tips bij rapporteren 
• Schrijf respectvol over de cliënt en zijn/haar naaste(n);
• Vermeld wat je hebt afgesproken met de cliënt en/of naaste(n);
• Beschrijf alleen feiten en geef niet je eigen mening. Wil je
toch je mening geven, geef dan duidelijk aan dat het om
jouw mening gaat;
• Heeft een situatie je aangegrepen of ben je nog emotioneel
over een situatie, wacht dan even met rapporteren of spreek
een collega, zodat je wat later objectief kunt rapporteren;

• Schrijf kort, krachtig en volledig zodat navraag niet nodig is;

Slide 8 - Tekstslide

Tips bij rapporteren vervolg 1
• Trek geen conclusie/stel geen diagnose als je daartoe niet
bevoegd bent;
• Reageer op eerdere rapportages of op tussentijdse wijzigingen;
• Gebruik geen afkortingen die niet gangbaar zijn in de
Nederlandse taal en vermijd vaktaal. Schrijf zodat iedereen
het kan begrijpen;
• Let op taal-, schrijf en typefouten. De automatische
correctie kan onbedoeld voor vreemde zinnen zorgen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quizvraag

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 14 - Quizvraag

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quizvraag

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quizvraag

SOAP/SOEP methode
De SOAP/SOEP methode kan zorgen voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages. Niet alle rapportages hoeven of kunnen volgens de SOAP/SOEP uitgeschreven worden. Het kan ook voorkomen in een situatie dat niet alle letters ingevuld kunnen worden. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent elke letter?
Subjectief: Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie: Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O)
 gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Mevrouw gaat te weinig naar haar
familie toe.
Zet dit om naar S,O,A,P

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Mevrouw is depressief.
Zet dit om naar S,O,A,P

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Er zijn 7 canmeds-rollen
Welke rollen komen in de casus naar voren?
Beschrijf de drie belangrijkste

Slide 25 - Tekstslide

CanMEDS rollen

Slide 26 - Tekstslide

CanMEDS rollen
1. Zorgverlener
2. Communicator
3. Samenwerkingspartner
4. Reflectieve EBP professional
5. Gezondheidsbevorderaar
6. Organisator
7. Professional en kwaliteitsbevorderaar

Slide 27 - Tekstslide

1. Zorgverlener
* klinisch redeneren
* uitvoeren van zorg
* zelfmanagement versterken
* indiceren van zorg (HBO V)

Slide 28 - Tekstslide

2. Communicator
* persoonsgerichte communicatie
* inzet informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Slide 29 - Tekstslide

3. Samenwerkingspartner
* professionele relatie
* gezamenlijke besluitvorming
* multidisciplinair samenwerken
* continuïteit van zorg

Slide 30 - Tekstslide

4. Reflectieve EBP-professional
* onderzoekend vermogen
* inzet EBP
* deskundigheidsbevordering
* professionele reflectie
* morele sensitiviteit (de zv voelt zich gehoord en begrepen)

Slide 31 - Tekstslide

5. Gezondheidsbevorderaar
* preventiegericht analyseren
* gezond gedrag bevorderen

Slide 32 - Tekstslide

6. Organisator
* verpleegkundig leiderschap
* coördineren van zorg
* veiligheid bevorderen
* verpleegkundig ondernemerschap

Slide 33 - Tekstslide

7. Professional en kwaliteitsbevorderaar
* kwaliteit van zorg leveren
* participeren in kwaliteitszorg
* professioneel gedrag

Slide 34 - Tekstslide