week 45 les 3 en 4

Wat gaan we doen?
  • Voorlezen;
  • Herhaling grammatica (woordsoorten);
  • Herhaling woorden 1.6 en 1.8;
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Voorlezen;
  • Herhaling grammatica (woordsoorten);
  • Herhaling woorden 1.6 en 1.8;

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les

- ken je de woordsoorten lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel.
- kun je deze woordsoorten benoemen in zinnen. 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
- lidwoord: de, het, een 
- zelfstandig naamwoord: dingen, dieren, mensen, planten, namen (alles wat iets is)
- werkwoord: geven aan wat iemand doet / wat er gebeurt --> persoonsvorm, heel werkwoord, voltooid deelwoord
- bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over het znw
- voorzetsel: geeft een precieze plaats/tijd/richting aan

Slide 4 - Tekstslide

Noteer de drie lidwoorden zonder komma's ertussen.

Slide 5 - Open vraag

Noteer een zelfstandig naamwoord.

Slide 6 - Open vraag

Noteer een bijvoeglijk naamwoord bij je gekozen znw.

Slide 7 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm van een werkwoord in de hij-vorm.

Slide 8 - Open vraag

Noteer het hele werkwoord van een werkwoord.

Slide 9 - Open vraag

Noteer het hele werkwoord van een werkwoord.

Slide 10 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van een werkwoord.

Slide 11 - Open vraag

Noteer een voorzetsel.

Slide 12 - Open vraag

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
autootje
tekst
vrouw
loper
adem
pad
frisse
schattige
lange
witte
mooie
verbrede

Slide 13 - Sleepvraag

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 14 - Sleepvraag

De kleine jongen speelt met zijn auto.
speelt = ...
A
znw
B
bijv.nw.
C
vz
D
ww

Slide 15 - Quizvraag

De kleine jongen speelt met zijn auto.
met = ...
A
znw
B
bijv.nw.
C
vz
D
ww

Slide 16 - Quizvraag

De kleine jongen speelt met zijn auto.
kleine = ...
A
znw
B
bijv.nw.
C
vz
D
ww

Slide 17 - Quizvraag

De schattige paardjes draven daar.
draven =
A
ww, pv
B
ww, heel ww
C
ww, vdw
D
vz

Slide 18 - Quizvraag

De schattige paardjes draven daar.
schattige =
A
znw
B
bijv.nw.
C
ww
D
vz

Slide 19 - Quizvraag

Het regent heel hard.
regent =
A
znw
B
bijv.nw.
C
ww
D
geen van de antwoorden

Slide 20 - Quizvraag

Kijken en luisteren
Oefenen voor de toets:
wat weet je straks nog?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Hoe ver vliegen de Siberische rotganzen voordat ze in het waddengebied aankomen?

Slide 23 - Open vraag

Wat is dit jaar anders aan de vogelgriep?
A
De griep is niet weggeweest
B
Vogels krijgen rode stippen
C
Vogels besmetten de stallen
D
Alleen kippen krijgen de griep

Slide 24 - Quizvraag

Via wat komt de het virus de kippenstallen in?

Slide 25 - Open vraag

Hoeveel kippen hebben we in Nederland?

Slide 26 - Open vraag

In welke maand begint de vogelgriep normaal?

Slide 27 - Open vraag

Leeft het virus beter in de zomer of in de winter?
A
Zomer
B
Winter

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het gevaar voor de mensen?

Slide 29 - Open vraag

Waar hopen pluimveehouders op?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video

In welk jaar is Marie geboren?

Slide 32 - Open vraag

Hoeveel 100-plussers heeft Nederland?

Slide 33 - Open vraag

Wat is een ander woord voor 100-plusser?

Slide 34 - Open vraag

Hoe oud worden Nederlanders gemiddeld?

Slide 35 - Open vraag

Wat is een Blue-zone?

Slide 36 - Open vraag

Wat is het geheim van Marie?

Slide 37 - Open vraag

Welke van de 9 levenslessen kun je nog opnoemen?

Slide 38 - Open vraag

Maken:
Talent 2.6

Slide 39 - Tekstslide