1.3 Vermogen en energie

Hoofdstuk 1
1.3 Vermogen en energie
(deel 1)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
1.3 Vermogen en energie
(deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Vermogen en energie

Slide 2 - Woordweb

Wat zit er ook al weer allemaal in een meterkast?

Slide 3 - Open vraag

kWh meter - kilowattuurmeter = instrument dat het verbruik van elektrische energie in huis meet

Slide 4 - Tekstslide

Wat is energieverbruik
A
Hoeveelheid energie er wordt verbruikt in bepaalde tijd
B
Hoeveelheid energie er wordt gemaakt in bepaalde tijd
C
Hoeveelheid stroom die er loopt
D
Hoeveelheid spanning die wordt verbruikt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is vermogen?
P = vermogen
Eenheid = Watt (W)

Vermogen is de hoeveelheid energie 
die een apparaat per seconde nodig 
heeft om te kunnen werken

Slide 6 - Tekstslide

Van welk apparaat is het vermogen het hoogst
A
Elektrische wekker
B
Mixer
C
Föhn
D
Koffiemachine

Slide 7 - Quizvraag

Energieverbruik kan je meten met een...
A
Wh meter
B
kWh meter
C
E meter
D
pH meter

Slide 8 - Quizvraag

Energieverbruik kun je ook berekenen.
Met welke formule?
A
E = P : t
B
P = E : t
C
E = P x t
D
P = E x t

Slide 9 - Quizvraag

Energieverbruik berekenen
E = P x t
Bereken hoeveel je moet betalen voor de verbruikte energie als die 1,2 kWh is en je voor 1 kWh 0,23 cent moet betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Vermogen kan je ook berekenen. Met welke formule
A
P = U : I
B
P = U x I
C
P = E : t
D
P = E x t

Slide 11 - Quizvraag

Op het lampje van een zaklamp staat 2,2 V en 50 mA. Hoe groot is het vermogen?

Slide 12 - Open vraag

Wat doet een smeltzekering?
A
Knop die smelt als A te groot wordt
B
Knop die smelt als A te klein wordt
C
Dunne draad die snel doorsmelt als A te groot wordt
D
Dunne draad die snel doorsmelt als A te klein wordt

Slide 13 - Quizvraag