H1 Herhaling met uitleg

- Herhaling eerste breuken en haakjes uitwerken
-

- Nakijken
- Herhalingsfilmpjes


- Filmpjes op volgende dia's bekijken (5 filmpjes)
- Klascode lessonup:  derrt
- Lesstof staat ook in SOM
Wiskunde
12-10-2020
- Maak herhalingsopdrachten 1 t/m 4 blz. (41-42)
- Vanmiddag samen herhalen op het bord
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Herhaling eerste breuken en haakjes uitwerken
-

- Nakijken
- Herhalingsfilmpjes


- Filmpjes op volgende dia's bekijken (5 filmpjes)
- Klascode lessonup:  derrt
- Lesstof staat ook in SOM
Wiskunde
12-10-2020
- Maak herhalingsopdrachten 1 t/m 4 blz. (41-42)
- Vanmiddag samen herhalen op het bord

Slide 1 - Tekstslide

Haakjes wegwerken

  





4(x+5)=4x+20
4(x5)=4x20
4(x5)=4x+20

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Breuken vereenvoudigen
Het vereenvoudigen van breuken betekent dat je een breuk zo noteert, dat je de teller en de noemer niet meer door hetzelfde getal of variabele kan delen. 

Hiernaast voorbeelden: 
15y25xy=35x
Je kan de teller en noemer delen door 5. Ook hebben beide een y, dan mag je die ook wegdelen. 
4ab6xyz=2ab3xyz
Je kan de teller en noemer delen door 2. Nu hebben beide geen gemeenschappelijke letter. 
4y16xy2x=4x2x=2x
Je kan de teller delen door 4x. Dan wordt de noemer een 1. 4x/1 is 4x, dus kan je dat opschrijven. Daarna haal je er 2x vanaf. 

Slide 4 - Tekstslide

Vereenvoudig.
5bc25abc+3a

Slide 5 - Open vraag

Het optellen/aftrekken van breuken
Het optrekken en aftrekken van breuken kan je vergelijken met het optellen en aftrekken van gelijksoortige termen. Breuken moeten namelijk ook gelijknamig zijn. 
Wanneer de noemers niet gelijk zijn aan elkaar, kan je ze niet gelijk bij elkaar optellen. Je moet ze dan gelijknamig maken.  (de vraagtekens kan je aanklikken)
51+52=53
21+31=63+62=65
Deze twee breuken zijn gelijknamig. De noemer zijn bij beide breuken 5, dus kan je deze gelijk bij elkaar optellen
Er is te zien dat de noemers niet gelijknamig zijn. Je gaat opzoek naar een veelvoud van beide getallen. In dit geval is dat 6, dit had ook 12 kunnen zijn. 
Het getal waarmee je de noemer vermenigvuldigt, moet je ook de teller mee vermenigvuldigen. Na het gelijknamig maken kan je de breuken bij elkaar optellen. 
a6+a3=a9
Deze twee breuken zijn gelijknamig. De noemer is bij beide breuken: a dus kan je deze gelijk bij elkaar optellen
Nu met letters
x3y2=xy3yxy2x=xy3y2x
Deze twee breuken zijn niet gelijknamig. Je kan ze gelijknamig te maken door de x met y te vermenigvuldigen en de y met x te vermenigvuldigen. Dit doe je ook bij de tellers. Let wel op: De teller mag je zo laten staan. Je kan dit niet nog herleiden, want het zijn gelijksoortige termen

Blijf er op letten, dat je altijd moet vereenvoudigen als dat mogelijk is. 

Slide 6 - Tekstslide

Herleid:
x2+3y2=

Slide 7 - Open vraag

Breuken vermenigvuldigen en delen. 
Breuken mag je altijd met elkaar vermenigvuldigen of delen, ookal zijn zij niet gelijknamig. 

De regel bij vermenigvuldigen is: 



De regel bij delen: 
Delen door een breuk is hetzelfde 
als het vermenigvuldigen met het 
omgekeerde.

breukbreuk=noemernoemertellerteller
2131=2311=61
3a23b4=3a3b24=9ab8
21:31=2113=23=121
3a2:3b4=3a243b=12a6b=2ab
Op het einde komt er 6b/12a uit. Je kan de teller en noemer beide delen door 6. Je kan het dus vereenvoudigen
De breuk waardoor je gaat delen, die draai je om. Altijd de tweede breuk. NIET allebei
!

Slide 8 - Tekstslide

Herleid:
2x3:3xy4=

Slide 9 - Open vraag

0

Slide 10 - Video

Vereenvoudig
x2+6x+83x2+6x

Slide 11 - Open vraag

0

Slide 12 - Video

0

Slide 13 - Video

0

Slide 14 - Video

0

Slide 15 - Video