2.1 stoffen

H2 stoffen
werken met stoffen
2.1 Stoffen in huis
STOFFEN

2.1 Stoffen in huis
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 stoffen
werken met stoffen
2.1 Stoffen in huis
STOFFEN

2.1 Stoffen in huis

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt 4 stofeigenschappen noemen
  • Je kunt stoffen herkennen aan hun stof eigenschappen.
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn. 
  • Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid
  • Dichtheid 

Slide 3 - Tekstslide

Veiligheid
Bij sommige stoffen is het belangrijk om te weten welke stof het is. Dit is bijvoorbeeld zo bij giftige stoffen. 

Op de verpakking van deze stof staat een 
gevarensymbool.

Dit symbool vind je vaak op de verpakking van poetsmiddelen.


Slide 4 - Tekstslide

Veiligheid
Het is daarom slim om alles in hun eigen verpakking te laten zitten zodat je altijd weet wat er in zit!




Slide 5 - Tekstslide

Veiligheid
Ook is het verstandig om spullen met dezelfde toepassingen bij elkaar te zetten. 

Toepassingen zijn bijvoorbeeld: 
voedingsmiddelen, schoonmaakspullen of medicijnen



Slide 6 - Tekstslide

Wat is hier gebeurd volgens jullie?

Slide 7 - Tekstslide

In welke stofeigenschap verschillen cola en sinas?
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Kleur, geur en smaak

Slide 8 - Quizvraag

De limonade is roze.
Wat is de stofeigenschap?

Slide 9 - Open vraag

Verzin twee stoffen die op elkaar lijken maar verschillen in geur

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent dit symbool
A
Bijtend
B
Mileu gevaarlijk
C
Giftig
D
Ontvlambaar

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Bijtend
D
Mileu gevaarlijk

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is het niet verstandig om poetsmiddel in hetzelfde kastje te zetten als voedingsmiddelen?

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag
Lees de tekst en maak: 
blz 73
opgave 1 t/m 15
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Veiligheid
Het is daarom slim om alles in hun eigen verpakking te laten zitten zodat je altijd weet wat er in zit!




Slide 15 - Tekstslide

Kunststoffen
Kunststoffen worden gemaakt van aardolie. 

Stofeigenschappen van kunststoffen:
  • licht en sterk                       (koffiebeker)
  • geleiden geen stroom    (kunsstof laagje on een elektriciteitsdraad)
  • roesten en rotten niet     (zoals spijkers en                                                       hout wel doen)
  • hebben weinig onderhoud nodig (kunstof kozijnen in een huis)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Kunststoffen
Kunststoffen worden gemaakt van aardolie

Stofeigenschappen van kunststoffen:
  • licht en sterk                       (koffiebeker)
  • geleiden geen stroom    (kunsstof laagje on een elektriciteitsdraad)
  • roesten en rotten niet     (zoals spijkers en                                                       hout wel doen)
  • hebben weinig onderhoud nodig

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld van kunststoffen
Kunst = door mens gemaakt

Slide 19 - Tekstslide

Kunststoffen
Kunststof wordt gemaakt van aardolie. 
Er zijn 2 soorten kunststof:
Thermoplast: vervormt bij warmte
Thermoharder: vervormt niet bij warmte

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Metalen
Eigenschappen van metalen

  • geleiden elektrische stroom, het ene metaal geleidt beter dan het andere. Koper geleidt elektrische stroom heel erg goed.
  • sommige metalen zijn heel erg licht, aluminium wordt bijvoorbeeld in vliegtuigen gebruikt.
  • andere metalen zijn heel erg zwaar, bijvoorbeeld lood dat gebruikt wordt bij vissen

Slide 22 - Tekstslide

Metalen met elkaar mengen
Wat is een legering?

Dit is een mengsel van verschillende metalen.
door de verschillende metalen samen te smelten kun je zorgen dat de eigenschappen zo worden zoals jij die wilt.

Voorbeeld: roestvast staal. dit is veel sterker dan ijzer en roest niet. ijzer alleen roest wel.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Aan de slag
Opdrachten van paragraaf 2.1
bladzijde 76
opgave 16 t/m 26


timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide