Herhaling 8.1

Hoofdstuk 8
Herhalingsoefeningen paragraaf 8.1 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Herhalingsoefeningen paragraaf 8.1 

Slide 1 - Tekstslide

Import =
A
De aankoop van producten uit het buitenland
B
De verkoop van producten aan het buitenland

Slide 2 - Quizvraag

Wat is export?

A
Uitvoer van goederen en diensten
B
Handel van goederen en diensten
C
Invoer van goederen en diensten
D
Goederen en diensten kopen in het buitenland

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de juiste afbeelding naar import of export
IMPORT
EXPORT

Slide 4 - Sleepvraag

Een ander woord voor
doorvoerhandel is ...
A
wederinvoer
B
invoer
C
wederuitvoer
D
uitvoer

Slide 5 - Quizvraag

De waarde van de exportgoederen die in Nederland worden geproduceerd is 231 miljard euro. De waarde van de totale export is 472 miljard euro. Hoeveel procent van de totale export is in Nederland geproduceerd?

Slide 6 - Open vraag

Welke van onderstaande begrippen levert Nederland het meeste geld en werkgelegenheid op?
A
Import
B
Export
C
Wederuitvoer

Slide 7 - Quizvraag

Nederland importeert in totaal 12,5 miljoen kilo Belgische bonbons. De gemiddelde prijs per kilo is €7,05.
Bereken de invoerwaarde

Slide 8 - Open vraag

Nederland exporteert 4.375.000.000 kilo tomaten. De prijs per kilo is €0,72.
Bereken de uitvoerwaarde

Slide 9 - Open vraag

Wat is hier een voorbeeld van export?
(twee antwoorden zijn juist)
A
Nederland investeert in computersystemen uit Japan
B
Er worden auto's ingevoerd en na een korte bewerking doorverkocht aan België.
C
Duitse toeristen komen naar de Zeeuwse stranden
D
Nederland verkoopt tulpen aan China

Slide 10 - Quizvraag

De uitvoerwaarde van Griekenland is 28 miljard euro.
Het nationaal inkomen is 278 miljard euro.
Bereken het exportpercentage.

Slide 11 - Open vraag

De betalingsbalans is:
A
Een overzicht
B
Een overzicht van betalingen aan het buiteland
C
Een overzicht van betalingen
D
Een overzicht van betalingen uit binnen en buitenland

Slide 12 - Quizvraag

=
=
Tekort op de betalingsbalans
Overschot op de betalingsbalans

Slide 13 - Sleepvraag

In 2021 exporteerde Nederland 944 miljoen kilo rundvlees voor gemiddeld € 1,45 per kilo. Bereken de uitvoerwaarde van rundvlees.
A
€ 1.368.800.000
B
€ 1.468.800.000
C
€ 1.568.800.000
D
€ 1.668.800.000

Slide 14 - Quizvraag

De invoerwaarde is € 506 miljoen. Is er een tekort of overschot op de betalingsbalans?
Overschot
Tekort

Slide 15 - Poll

Het nationaal inkomen van Nederland is 818 miljard. De invoerwaarde is € 312 miljard en de uitvoerwaarde is € 543 miljard. Bereken het importpercentage.
A
38,14%
B
39,14%
C
20,14%
D
21,14%

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht
- Maken rekenen opgave 1 t/m 10

Op de volgende bladzijdes staan nog handige 
aantekeningen ter voorbereiding op de toets

Slide 17 - Tekstslide

Aantekening invoerwaarde
De invoerwaarde is het totale bedrag dat Nederland betaald om een bepaald hoeveelheid van een product te importeren. 

Hoe bereken je de invoerwaarde?
= ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Slide 18 - Tekstslide

Aantekening uitvoerwaarde
De uitvoerwaarde is het totale bedrag dat Nederland ontvangt met het verkopen aan het buitenland.

 Hoe bereken je de uitvoerwaarde?
= uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Slide 19 - Tekstslide

Aantekening importpercentage en exportpercentage
Je kunt uitrekenen hoe belangrijk de export en import voor het nationaal inkomen zijn. Je rekent dan het importpercentage en exportpercentage uit. 

Importpercentage = totale invoerwaarde : nationaal inkomen x 100
Exportpercentage  = totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100

Slide 20 - Tekstslide