Unit 3 lesson 5

welcome 1KB
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

welcome 1KB

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Writing
  • New grammar 
do/does/don't doesn't
  • Maken lesson 5  
  • leren woordjes
  • so unit 3

Slide 2 - Tekstslide

Writing
aanhef :
afsluiting :

Slide 3 - Tekstslide

Aanhef
Afsluiting
Dear
Bye
xxx
Hi
Best wishes
Love
Dearest
Hello

Slide 4 - Sleepvraag

vragen maken 
Als je een vraag stelt, gebruik je do / does. 

DO gebruik je bij - I-you-we-they 
DOES gebruik je bij = he-she-it

He likes chocolate.        Does he like chocolate?
We like ice cream.          Do we like ice cream?

Let op! Als je does gebruikt, gaat de s achter het werkwoord weg!




Slide 5 - Tekstslide

Maak een vraag zin met:
They want to go outside.
A
Want they to go outside?
B
Does they want to go outside?
C
Do they want to go outside?

Slide 6 - Quizvraag

Maak een vraag zin met:
We walk all the time.
A
Walk we all the time?
B
Does we walk all the time?
C
Do we walk all the time?

Slide 7 - Quizvraag

Maak een vraagzin met:
It rains so hard!
A
Rains it so hard?
B
Does it rains so hard?
C
Do it rains so hard?
D
Does it rain so hard?

Slide 8 - Quizvraag

Maak een vraag zin met:
She eats so much!
A
Eats she so mucn?
B
Does she eat so much?
C
Does she eats so much?
D
Do she eats so much?

Slide 9 - Quizvraag

Ontkenning
Als je zegt dat iets niet zo is, gebruik je don’t / doesn’t.


DON'T gebruik je bij - I-you-we-they
DOESN'T gebruik je bij = he-she-it

She loves pizza.                     She doesn't love pizza.
They hate coffee.                   They don't hate coffee. 

Let op! Als je doesn't gebruikt, moet de s achter het werkwoord weg!

Slide 10 - Tekstslide

Maak een ontkennende zin met:
We hate school.
A
We doesn't hate school
B
We don't hate school

Slide 11 - Quizvraag

Maak een ontkennende zin met:
She talks very loudly.
A
She doesn't talks very loudly.
B
She don't talks very loudly.
C
She doesn't talk very loudly.

Slide 12 - Quizvraag

Maak een ontkennende zin met:
The dog loves his food.
A
The dog don't loves his food.
B
The dog doesn't love his food.
C
The dog don't loves his food.

Slide 13 - Quizvraag

Maak een ontkennende zin met:
I like going to school.
A
I doesn't like going to school.
B
I don't like going to school.

Slide 14 - Quizvraag

Let's do this!
  • Maken lesson 5 van unit 3 (3.5)
  • finished? Study for the test!




Slide 15 - Tekstslide