Bronvermelding

Bronvermelding
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bronvermelding

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- uitleggen waarom een bronvermelding belangrijk is.
- een goede bronvermelding maken.

Slide 2 - Tekstslide

Instructie
Als je een werkstuk maakt, moet je op zoek naar allerlei informatie. Die informatie zoek je in kranten, tijdschriften, boeken, naslagwerken of op internet. Misschien zie je iets op de televisie of hoor je iets van een vriend.
Dat zijn allemaal bronnen van informatie.

Slide 3 - Tekstslide

Tijdens het maken van het werkstuk moet je goed bijhouden welke boeken en sites je hebt geraadpleegd. De lezer van je werkstuk moet weten van welke bronnen je gebruik gemaakt hebt. In je werkstuk neem je daarom een bronvermelding op.

Slide 4 - Tekstslide

Bronvermelding boek
Een bronvermelding begint altijd met de schrijver van het boek (begin met de achternaam). 
Dan volgt de titel van het boek en dan waar en wanneer het is uitgegeven. In de bronvermelding is ook aangegeven welk deel van het boek is gebruikt.

Slide 5 - Tekstslide

Wat staat voorop in een bronvermelding?
A
Naam van de uitgever.
B
Titel van het boek, tijdschrift of de URL.
C
Achternaam van de schrijver.

Slide 6 - Quizvraag

Een bronvermelding vind je
A
Aan het begin van een document.
B
Aan het eind van een document.

Slide 7 - Quizvraag

Werkblad bronvermelding maken.
Volgende slide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Denk een momentje na of
je nog vragen hebt?

Slide 10 - Tekstslide

Welke vragen over de heb je nog?
timer
2:00

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig aan het werk
Nu ga je aan het werk met de taken Nederlands VO-Next.

Slide 12 - Tekstslide