Spelling groep 8
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik ben dol op toetjes uit...
A
Azië
B
Azie
C
Azïe
D
Azïë
Slide 2 - Quizvraag
Vind jij dat niet...?
A
Egoistisch
B
Ëgoistisch
C
Egoïstisch
D
Egoistisch
Slide 3 - Quizvraag
Welke categorieën zitten er in het woord: zonneklep?
A
samenstelling, tremawoord, hakwoord
B
samenstelling, klankgroepenwoord, hakwoord
C
samenstelling, hakwoord, langermaakwoord
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Zij gaf door.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 6 - Quizvraag
Heb jij bekleed?
A
voltooide tijd
B
tegenwoordige tijd
C
verleden tijd
Slide 7 - Quizvraag
Jullie stoven.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
voltooide tijd
Slide 8 - Quizvraag
Kies het juist gespelde woord.
A
De celdeling
B
De celldeling
C
De celdeeling
D
De celdeliing
Slide 9 - Quizvraag
Kies het juist gespelde woord.
A
Het vrugtwater
B
Het vruchwater
C
Het vruchtwater
D
Het vruchdwater
Slide 10 - Quizvraag
Kies het juist gespelde woord.
A
De naavelstreng
B
De nafelstreng
C
D
De navelstreng
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Hij verandert razendsnel.
Hij verandert razendsnel.
A
hij
B
verandert
C
razendsnel
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het leenwoord?
Een baby in de buik wordt een embryo genoemd.
Een baby in de buik wordt een embryo genoemd.
A
wordt
B
embryo
C
baby
D
buik
Slide 13 - Quizvraag
Na de derde week ontwikkelt het zenuwstelsel zich.
Wat is het rangtelwoord?
Wat is het rangtelwoord?
A
derde
B
zes
C
weken
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het telwoord?
A
derde
B
zes
C
weken
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het hulpwerkwoord?
Pietje heeft zijn klasgenoten vorige week goed geholpen.
Pietje heeft zijn klasgenoten vorige week goed geholpen.
A
goed
B
geholpen
C
heeft
D
zijn
