4. Volume en dichtheid

4. Volume en dichtheid
Pak je boek en pen alvast op tafel
iPad voor je op LessonUp

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4. Volume en dichtheid
Pak je boek en pen alvast op tafel
iPad voor je op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
- Je kan het volume bepalen van een voorwerp dat niet rechthoekig is;
- Je kan uitleggen wat we bedoelen met de dichtheid van een stof.
- Je kan de dichtheid van twee stoffen vergelijken door te kijken welke zinkt en welke blijft drijven.

Slide 2 - Tekstslide

Eerder leerden we:
1. De massa geeft aan uit hoeveel stof iets bestaat, in gram of kilogram.
2. Het volume geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt, in (milli)liter of in dm³.
3. Van een rechthoekig voorwerp kan je het volume berekenen:
volume = lengte x breedte x hoogte.

Slide 3 - Tekstslide

Een blok hout heeft een lengte van 2 cm, een breedte van 4 cm en een hoogte van 1 cm. Wat is het volume?
A
2 cm³
B
8 cm³
C
4 dm³
D
8 dm³

Slide 4 - Quizvraag

Die formule geldt alleen bij rechthoekige voorwerpen.

Bij alle andere voorwerpen kan je de onderdompelmethode gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: bekijk de beginstand van het water - bij hoeveel mL start je?

Stap 2: dompel het voorwerp onder en noteer de eindstand - op hoeveel mL staat het water nu?

Stap 3: bepaal het verschil.
Eindstand - beginstand.

Slide 6 - Tekstslide

Je weet nu het volume van het voorwerp in mL.

Dat rekenen we om naar cm³.

1 mL = 1 cm³

Het volume van de steen is 26 cm³.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het volume van dit voorwerp?
A
5 cm³
B
10 cm³
C
50 cm³
D
100 cm³

Slide 8 - Quizvraag

We wisten al: voorwerpen met een gelijke massa hebben niet altijd hetzelfde volume.

Denk aan het voorbeeld van 1 kg lood en 1 kg veren. Zelfde massa, verschillende volume.

Slide 9 - Tekstslide

Dit heeft te maken met de dichtheid: hoeveel gram stof er in 1 cm³ van die stof past.

Voor lood: 11 gram per cm³
Voor veren: ~0,1 gram per cm³

Dichtheid is weer een stofeigenschap!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Je hoeft dichtheid nog niet te kunnen berekenen.

Je moet wel kunnen vergelijken:
Als de ene stof blijft drijven op de andere, is de dichtheid van de drijvende stof kleiner.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Situatie
Wat gebeurt er?
Waarom?
Zinken
Voorwerp gaat naar de bodem
De dichtheid van het voorwerp is groter dan die van water
Drijven
Voorwerp blijft op het water
De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan die van water.
Zweven
Voorwerp blijft midden in het water.
De dichtheid van het voorwerp is gelijk aan die van water.

Slide 14 - Tekstslide

Welke stof heeft hier de grootste dichtheid?
A
De gasolie
B
Het hout
C
Het water

Slide 15 - Quizvraag

Oefenopgave
Op de afbeelding staat een blok aluminium.
a. Noem een stofeigenschap van aluminium die je kan zien
op de afbeelding.
b. De lengte, breedte en hoogte zijn aangegeven in
millimeters. Reken de maten om naar centimeters.
c. Bereken het volume van dit blok in cm³.
d. Een blok ijzer met hetzelfde volume weegt 3 keer zoveel als het blok aluminium. Welk van de twee stoffen heeft een grotere dichtheid: ijzer of aluminium?
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Als het goed is, kan je nu...
...het volume berekenen van een voorwerp, of dat voorwerp nu rechthoekig is of een andere vorm heeft.

...uitleggen wat we bedoelen met de dichtheid van een stof.

...de dichtheid van twee stoffen met elkaar vergelijken door te kijken welke drijft en welke zinkt.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak: paragraaf 2.2, alle opdrachten

Hoe? In online omgeving.
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot 5 minuten voor einde van les.
Klaar? Neem de leerstofoverzichten door van:
Paragraaf 1.6
Paragraaf 2.1
Paragraaf 2.2

Slide 18 - Tekstslide

Practicumtoets
In de volgende les sluiten we dit onderwerp af met een practicumtoets.
Je gaat een practicum doen dat gaat over stofeigenschappen. Hoe goed/serieus/netjes je deze maakt, bepaalt je cijfer.

Voorbereiden kan zo:
- Neem de LessonUps door die we gehad hebben.
- Zorg dat je goed weet wat een stofeigenschap is, en wat voorbeelden daarvan zijn (kleur, geur, dichtheid enz.)

Slide 19 - Tekstslide