Capítulo 3 'Y tú, ¿cómo eres?'

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Capítulo 3

Y tú, ¿cómo eres?

Slide 2 - Tekstslide

¡Repasamos!

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulario
describir personas
(ogen, haar, postuur)

Slide 4 - Woordweb

Koppel de tegenovergestelde woorden aan elkaar
rizado
caro
mucho
largo
alto
corto
liso
bajo
barato
poco

Slide 5 - Sleepvraag

Vocabulario
la ropa

Slide 6 - Woordweb

Vul in:
Tengo los zapatos _____________ (rood)

Slide 7 - Open vraag

Vul in:
Juan tiene una barba ________ (kort)

Slide 8 - Open vraag

Llevo una chaqueta ________ (oud)
A
feo
B
fea
C
vieja
D
viejo

Slide 9 - Quizvraag

Mi amigo tiene el pelo ________ (bruin)
A
morena
B
castaña
C
rubio
D
castaño

Slide 10 - Quizvraag

¿Cómo se dice en español?:
Ze draagt veel sportieve kleding.
A
Lleva mucho ropa deportivo.
B
Lleva mucha deportiva ropa.
C
Lleva mucha ropa deportiva.
D
Lleva mucha ropa deportivo.

Slide 11 - Quizvraag

¿Cómo se dice en español?:
Mijn vriendin heeft blond haar en bruine ogen.
A
Mi amiga tiene el pelo rubio y los ojos marrones.
B
Mi amiga tiene el pelo castaño y los ojos marrones.
C
Mi amiga tiene el pelo rubio y los ojos marron
D
Mi amiga tiene el pelo rubia y los ojos verdes.

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal:
Ana is lang en knap

Slide 13 - Open vraag

Vertaal :
Maria heeft blond haar

Slide 14 - Open vraag

Vertaal:
Pedro heeft blauwe ogen

Slide 15 - Open vraag

Vertaal:
Pedro draagt een groene broek

Slide 16 - Open vraag

Vertaal:
Maria draagt een geel jasje

Slide 17 - Open vraag

¡Practicamos!
Libro de trabajo pág.97
Ejercicios 12 y 14 a+b

Slide 18 - Tekstslide