10. Week 46 - leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Pak je leesboek en ga lezen.

Een feitelijk argument is een controleerbaar argument.

1. waar
2. niet waar

Subjectieve argumenten hebben over het algemeen meer overtuigingskracht dan objectieve argumenten

1. Juist
2. Onjuist

Wat doe je als je een argument weerlegt?

1. Dan bevestig je het argument
2. Dan bedenk je een argument
3. Dan herhaal je een argument
4. Dan ga je tegen het argument in

Wie van de drie geeft hier een objectief argument?

1. Frits
2. Carlijn
3. Pim

Soort argument?

1. moreel argument
2. vergelijkingsargument
3. ervaringsargument
4. feitelijk argument

Standpunt

Argument

Argument

het vwo-onderwijs in Nederland is van te lage kwaliteit 

Veel ouders willen dan ook Engelstalig onderwijs voor hun kinderen.

tweetaligheid is een indicator geworden van vwo-scholen met een hoge kwaliteit.

Een drogreden is:

1. Een vals argument
2. Een valide argument
3. Een niet geldig argument
4. Een duidelijk argument

Soorten argumenten

controleer-baar

twee gelijke zaken worden vergeleken

je gebruikt een voorval dat je hebt beleefd

je legt het nut uit of het gewenste gevolg

gebaseerd op een algemeen aanvaarde opvatting

gebaseerd op gevoel of intuïtie

feitelijk argument

ervarings-argument

nut of (on)gewenst gevolg

vermoeden

vergelijking-argument

emotioneel argument

Het regent zo, omdat het altijd zo regent.
Drogreden:

1. Vals dilemma
2. Beroep op traditie
3. Cirkelredenering

Welke drogreden?

1. Verkeerde autoriteit
2. Onjuist beroep kenmerk/eigenschap
3. Verkeerde vergelijking
4. Onjuist beroep voor- en nadelen

Aan de slag!

Afronden: 2022-I, tekst 4

Daarna: Kies een paragraaf van de theorie uit, bestudeer deze, maak de oefenopgaven en kijk ze na met de uitwerkingen.