1. Romeinse rijk- algemeen+leger

1. Maatwerkcursus Romeinse rijk 
a.  Hoe ontstond het Romeinse rijk? 
      Uit welke landen bestond het Romeinse rijk op zijn grootst?
      Hoe viel het Romeinse rijk weer uiteen?

b.   Hoe kon het Romeinse rijk zo groot worden? 



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1. Maatwerkcursus Romeinse rijk 
a.  Hoe ontstond het Romeinse rijk? 
      Uit welke landen bestond het Romeinse rijk op zijn grootst?
      Hoe viel het Romeinse rijk weer uiteen?

b.   Hoe kon het Romeinse rijk zo groot worden? 



Slide 1 - Tekstslide

a. Het Romeinse Rijk


 Van stadstaat tot wereldrijk

Slide 2 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de Romeinen?

Slide 4 - Woordweb


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

Slide 5 - Tekstslide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)


  • De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.
  • senaat en consul

Slide 6 - Tekstslide


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 7 - Tekstslide


Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 8 - Tekstslide


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 9 - Tekstslide


Barbaren!


  • Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros

  • Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.

Slide 10 - Tekstslide


Het Rijk in de problemen


  • Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk: de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten. 






De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.

Slide 11 - Tekstslide


Het Rijk wordt gesplitst
395


  • Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld. 
  • Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel. 
  • In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer.






Slide 12 - Tekstslide

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.

Slide 13 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 14 - Tekstslide




Romulus Augustulus






De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker.


Slide 15 - Tekstslide


En het Oost-Romeinse Rijk?

  • Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel ingenomen door de Turken.
  • Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen. 
  • Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden. 
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.

Slide 16 - Tekstslide

b. Het Romeinse leger 
Hoe kon het Romeinse rijk zo groot worden? 

Slide 17 - Tekstslide

Het Romeinse leger
  • Het Romeinse leger heersten eeuwenlang over enorme gebieden zoals Frankrijk, Engeland, Spanje, Balkans en het midden-oosten. 
  • Hiervoor had je een enorm leger nodig. 
  • Op zijn hoogte punt had het Romeinse leger een sterkte van 33 legioenen, ongeveer 450.000 soldaten . 

Slide 18 - Tekstslide

Het Romeinse leger
  • Het Romeinse leger bestond uit vele onderdelen van normale soldaat, verkenner en paardrijders. 
  • Daarnaast had elke soldaat ook nog een eigen taak buiten het vechten. Hij was kok, smid, bakker of timmerman. 
  • In het kamp of buiten het vechten deden de soldaten deze taken om het kamp werkende te houden.  

Slide 19 - Tekstslide

Het Romeinse leger als beroepsleger. 
  • Het Romeinse leger was een beroepsleger dat betekent dat jouw soldaten vechten voor een beroep. 
  • Ze kregen van Rome training en een uitrusting. 
  • Bij andere landen/rijken moesten soldaten vaak hun eigen uitrusting betalen en hadden vaak een ander beroep dan alleen vechten.   

Slide 20 - Tekstslide

Het Romeinse leger als beroepsleger. 
  • Doordat de Romeinse soldaat veel vaardigheden had konden Romeinse legers vaak binnen een dag een fort opzetten.
  • Ook maakte het Romeinse leger wegen aan die het makkelijker maakte om van plek naar plek te komen. 
  • In principe liepen alle wegen naar Rome in deze tijd.   

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

video burgersoldaat-beroepsmilitair

Slide 23 - Tekstslide

Zoekopdrachtje 
Welke wapens gebruikten Romeinse soldaten? 
Hoeveel soldaten werkten in het Romeinse leger? 
Wat is de testudo precies? Waarom biedt dit voordelen tijdens een strijd met de vijand? 
Waar haalde een Romeinse soldaat wapens vandaan? 
Waaruit blijkt dat het Romeinse leger efficiënt was (snel kon handelen)?
Zoek op waar de volgende volkeren vandaan kwamen: 
Galliërs, Germanen, Goten, Vandalen, Hunnen en Franken. 

Slide 24 - Tekstslide

1. Maatwerkcursus Romeinse rijk 
a.  Hoe ontstond het Romeinse rijk? 
      Uit welke landen bestond het Romeinse rijk op zijn grootst?
      Hoe viel het Romeinse rijk weer uiteen?

b.   Hoe kon het Romeinse rijk zo groot worden? 



Slide 25 - Tekstslide