Les 1 - zin, woord, letter

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Zin, woord, letter

Les 1 - eenvoudige basisgrammatica NT2

Zinnen:

De docent staat voor de klas.

De cursist zit op een stoel. 

Een zin bestaat uit zinsdelen. 

Zinnen:

De docent staat voor de klas.

De docent/ staat/ voor de klas. 

De cursist zit op een stoel.

De cursist/ zit/ op een stoel. 

 

Een zin bestaat uit zinsdelen. 

Een zin bestaat uit woorden:

de docent                                 een stoel 

de cursist                                  de klas

staat

zit

voor

op

Hoeveel woorden?
Egor en Sena zitten naast elkaar.

Hoeveel woorden?
Peter leest het boek.

Hoeveel woorden?
Het is erg moeilijk voor leerlingen om de Nederlandse taal te leren.

Letters van het alfabet

Klinkers en medeklinkers:

Klinkers: a en e

> schrijf 2 andere klinkers op.

Medeklinkers: b, c, d, g en f.
> schrijf 5 andere medeklinkers op. 

De leerling stelt een vraag

1. letter
2. woord
3. zin

m

1. letter
2. woord
3. zin

boek

1. letter
2. woord
3. zin

Oefeningen

Maak oefening 1, 2, 3 en 4. 

Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Wat is dit?
n

Wat is dit?
klas

Hoeveel woorden?
Sommige leerlingen vinden vis lekkerder dan andere leerlingen.

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

Hoeveel letters?

De komkommer

1. 8
2. 9
3. 10
4. 11

De les zin, woord, letter is:

😒🙁😐🙂😃