Taal thema 3 week 1 les 1B + werkpakket

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Sterke en zwakke werkwoorden

Een sterk werkwoord verandert in de verleden tijd van klank:

» Ik loop naar huis. 

» Ik liep naar huis.

Een zwak werkwoord houdt in de verleden tijd dezelfde klank:

» Ik werk op een school.

» Ik werkte op een school. 

De kunstenaar kleurt dat vak paars.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Ik ga op de fiets naar mijn werk.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

De medewerkers praten niet met elkaar.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Er hangt vandaag een vreemde sfeer op school.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Ik vind dit een stomme toets.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Toen ik ging fietsen, viel ik.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Ik weet het niet.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Vorig jaar ben ik naar een pretpark geweest om mijn verjaardag te vieren.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Ik wil dit jaar naar Turkije.

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Taal thema 3 week 2 les 1B

Ik kan de themawoorden gebruiken.

Om met mijn                            te pronken, gebruik ik  

                          Met                           maak ik mijn outfit nog mooier. Ik kies vandaag voor mijn bril met roze

                          en een                            van de Week van Respect. Ik doe een beetje                            op mijn wimpers.

outfit

button

mascara

accessoires

montuur

Welke accessoires ken je nog meer?

Medaillon

Collier

Juwelen

Aan de slag!

Maak les 1B helemaal

Maak 30 opgaven in je werkpakket.

Klik hier om afgeschoten te worden naar Snappet.