Les 03 - Module grammatica woordsoorten

Introductie moduleboekje
grammatica woordsoorten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Introductie moduleboekje
grammatica woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les (weer): 
- welke verschillende woordsoorten er zijn; 
- hoe we een zin taalkundig ontleden. 

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken huiswerk 
We kijken naar opdracht 6 tot en met 11 op pagina 64 en 65. 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 6 
a Andere namen zijn de actieve en passieve vorm.
b Een zelfstandig werkwoord kun je niet weglaten uit een zin.
c Worden kan gebruikt worden als hulpwerkwoord of koppelwerkwoord.
d Met de aantonende wij slaat je een feit of een handeling zien. 
Met de gebiedende wijs druk je een bevel uit.  
Met de aanvoegende wijs druk je een wens uit.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 7
a Draait (zelfstandig werkwoord), heeft (hulpwerkwoord), ontvangen (zelfstandig werkwoord) 
b werd (koppelwerkwoord)
c zullen (hulpwerkwoord), worden (hulpwerkwoord), gemaakt (zelfstandig werkwoord)
d zou (hulpwerkwoord), bijgewoond (zelfstandig werkwoord), hebben (hulpwerkwoord)
e blijft (koppelwerkwoord)
f ben (hulpwerkwoord), geworden (koppelwerkwoord)

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 8 
a laatste (onbepaald rangtelwoord), vijf (bepaald hoofdtelwoord)
b 1.600 (bepaald hoofdtelwoord)
c beide (bepaald hoofdtelwoord)
d 2018(bepaald hoofdtelwoord), zeventiende (bepaald rangtelwoord)
e alle (onbepaald hoofdtelwoord)
f weinige (onbepaald hoofdtelwoord)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 9
a doordat (onderschikkend voegwoord)
b nadat (onderschikkend voegwoord)
c alvorens (onderschikkend voegwoord)
d zowel ... als (nevenschikkend voegwoord)
e Indien (onderschikkend voegwoord), maar (nevenschikkend voegwoord)
f-

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 10 en 11
a Met ‘derden’ wordt hier bedoeld: buitenstaanders. Het document mag niet verspreid worden aan andere mensen dan aan wie het oorspronkelijk gestuurd is. 
b Nee.(‘Derden’ is in deze zin een zelfstandig naamwoord.)

III betekent letterlijk 3 en is daarmee een hoofdtelwoord. In de context van Willem III lees je het echter als Willem de Derde en is het dus een rangtelwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Onduidelijkheid bij voornaamwoorden
Sommige woorden kunnen tot verschillende woordsoorten behoren. Woorden als me, je, haar, ons of jullie zijn hiervan voorbeelden. 

Twijfel je? Maak het dan mannelijk!
- Als het verandert in hij of hem, is het een persoonlijk voornaamwoord; 
- Verandert het in zijn, dan is het een bezittelijk voornaamwoord; 
- Verandert het in zich, dan is het een wederkerend voornaamwoord. 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst uit het moduleboekje tot aan opdracht 1. 
Maak daarna opdracht 1 van de module grammatica woordsoorten. 

Kom je er niet uit? Raadpleeg dan pagina 186 tot en met 189 van je boek. 

Slide 10 - Tekstslide