8.3

Havo 4
8.3 Democratisering
Lesdoelen:
In deze les leer je:
- hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland
- hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië
Kenmerkend aspect:
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 4
8.3 Democratisering
Lesdoelen:
In deze les leer je:
- hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland
- hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië
Kenmerkend aspect:
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Democratisering
Democratie in Nederland
Tussen 1815 - 1919 democratisering in Europa.
Overal op een eigen unieke wijze:

--> 1815 Nederland een constitutionele monarchie.
- grondwet
- volksvertegenwoordiging --> Staten-Generaal
- In 1815 was koning Willem I staatshoofd en regeringsleider --> veel macht.
- ministers benoemen en ontslaan.
- volk weinig inspraak.

Slide 2 - Tekstslide

8.3 Democratisering
Democratie in Nederland
Veel rijke burgers waren ontevreden met deze situatie. -->Liberalen: (libertas)
- Voor vrijheid
- Minder macht voor de koning en meer bij het volk (rijke mannen).

Koning Willem I en zijn opvolger Willem II weigeren dit.
--> 1848, Willem II wordt in één nacht van conservatief naar liberaal.
Uit angst voor een revolutie in Nederland geeft Willem II de liberaal Thorbecke de opdracht voor het maken van een nieuwe grondwet.

Grondwet 1848 --> Johan Rudolf Thorbecke
'De ministers zijn verantwoordelijk, de koning is onschendbaar'
= ministeriële verantwoordelijkheid
In de 19e eeuw is Nederland een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel geworden. 

Bestuur van het land ligt bij zowel de koning, en in diens naam de ministers, en bij de vertegenwoordigers van het volk, de staten-generaal. De macht wordt bepaald en begrensd door de grondwet.
Johan Rudolf Thorbecke

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

8.3 Democratisering
Democratie in Nederland
- koning verloor zijn macht. Minister President --> regeringsleider i.p.v. de koning.
- Nederland werd democratischer --> censuskiesrecht.

Echter geen volledige democratie!
- 1887 uitbreiding kiesrecht -->  "kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand"
- 1917 algemeen mannenkiesrecht + passief kiesrecht vrouwen
- 1919 algemeen vrouwenkiesrecht

--> Nederland een parlementaire democratie met 
algemeen kiesrecht.

Slide 5 - Tekstslide

8.3 Democratisering
Democratie in Groot-Brittannië
Groot-Brittannië oudste en sterkste parlementaire traditie
                         ''Glorious Revolution''

Uitkomst;
- Willem III accepteerde de macht van het 
parlement (Hogerhuis en Lagerhuis). 
Benoemde en ontsloeg wel de 
ministers --> eindigde bij de jonge
koningin Victoria (1837).



Stadhouder Willem III en koning van Engeland

Slide 6 - Tekstslide

8.3 Democratisering
Democratie in Groot-Brittannië
-> districtenstelsel --> grootste partij bepaalde de ministers.
- Vóór Eerste Wereldoorlog aan de macht: 1. Conservatieve Partij 2. Liberale Partij
- Na Eerste Wereldoorlog (1918): liberalen verdrongen door de sociaaldemocratische Labour Party.

Democratisering in GB ging om kiesrecht:
- Hogerhuis: edelen (House of Lords)  (erfelijk of benoemd door de koning)
- Lagerhuis: ( House of Commens) vertegenwoordigers gekozen d.m.v. districtenstelsel.

- 1832 en 1867  uitbreiding mannenkiesrecht.
- 1918 algemeen mannenkiesrecht
- 1928 algemeen vrouwenkiesrecht --> parlementaire democratie.

Hogerhuis in GB
Lagerhuis GB

Slide 7 - Tekstslide

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
Mannen die voldoende belasting betalen, gaan meedoen aan de verkiezingen.
In de Nederlandse constitutionele monarchie heeft de Staten-Generaal de hoogste macht (parlementair stelsel)
Het mannenkiesrecht wordt voor het eerst uitgebreid.
In de Nederlandse constitutionele monarchie heeft de koning veel macht.
Alle mannen krijgen kiesrecht.
Nederland heeft algemeen kiesrecht en is een parlementaire democratie.

Slide 8 - Sleepvraag

Beschrijf twee belangrijke ontwikkelingen die in de Britse politieke geschiedenis vanaf de middeleeuwen plaatsvonden.

Slide 9 - Open vraag

Geef aan welke twee partijen belangrijk waren tot 1918 en welke twee daarna.

Slide 10 - Open vraag

Gebruik afbeelding 8.13
Leg met beeldelementen uit hoe op de afbeelding te zien is dat Nederland in 1900 een parlementair stelsel had.

Slide 11 - Open vraag

werk het leerdoel volledig uit:
Leg uit hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland

Slide 12 - Open vraag

werk het leerdoel volledig uit:
Leg uit hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië

Slide 13 - Open vraag