Spelling H6 - opdr. 6, 7 en 8

Spelling
Hoofdstuk 6
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel: herhalen theorie spelling en oefenen met trema, apostrof, meervoud, koppelteken, tussenletters -s, -e en -en
- Schrijfdossieropdracht 2 ingeleverd?
- Terugblik
- Opdr. 6 Spelling H6 maken
- Terugblik
- Opdr. 7 Spelling H6 maken
- Terugblik
- Opdr. 8 Spelling H6 maken

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg theorie: meervoud
Hoe maak je het meervoud?
-ie > bacteriën en melodieën
-é > cafés
-y > deejays, maar pony’s (hoe komt dat?)
-ik > viezeriken (onbeklemtoonde –ik)
-ee > zeeën
-eau > bureaus

Slide 3 - Tekstslide

Opdr. 6 Spelling H6 maken
- Blz. 252
- Leerlingen in de les: antwoorden opschrijven in je schrift
- Leerlingen thuis: vul de antwoorden in in LessonUp (slide 5)
- Nummer je antwoorden!
- 5 min
- Daarna bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Vul hier de antwoorden van opdr. 6 (blz. 252) in. Let op! Nummer je antwoorden (1 t/m 16)

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdr. 7 Spelling H6 maken
- Blz. 252
- Leerlingen in de les: antwoorden opschrijven in je schrift
- Leerlingen thuis: vul de antwoorden  in in LessonUp (slide 10)
- Nummer je antwoorden!
- 5 min
- Daarna bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Vul hier de antwoorden van opdr. 7 (blz. 252) in. Let op! Nummer je antwoorden (1 t/m 16).

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg theorie: trema en apostrof
Om uitspraakproblemen te voorkomen gebruik je trema’s en apostrof

Het trema gebruik je:
- Om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: discussiëren, coördinatie, beïnvloeden
- Er is dus geen trema nodig in: gediscussieerd, geolied, draaiing
- In leenwoorden: überhaupt, rösti, föhn

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg theorie: trema en apostrof
De apostrof gebruik je:
- Als weglatingsteken: ‘s morgens, Lex’ auto, ‘s- Gravenhage
- Om uitspraakproblemen te voorkomen als je een –s schrijft achter woorden op -i, -o, -u –a en –y: accu’s, pony’s
- Ezelsbruggetje: ik hou van ys
- In afleidingen van letterwoorden: cc’en, dvd’tje, zzp’er
- In meervouden van initiaalwoorden: pc’s, tv’s
- In verkleinwoorden op –y: baby’tje

Let op: in samenstellingen gebruik je geen trema of apostrof, maar een koppelteken: auto-export, na-apen

Slide 15 - Tekstslide

Opdr. 8 Spelling H6 maken
- Blz. 253
- Let op! Iedereen (zowel de leerlingen thuis als de leerlingen in de les) maken de opdrachten in hun schrift.
- Je maakt een foto van de antwoorden in je schrift en levert deze foto in via LessonUp (slide 17)
- Huiswerk

Slide 16 - Tekstslide

Lever hier een foto van de antwoorden in je schrift van opdr. 8 (blz. 253) in.

Slide 17 - Open vraag