H5: 5.6 deel 1 / Formules met kwadraten- 2M

Lesdoel

Je weet wat een kwadratische formule is,
hoe je deze kunt
herkennen en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.  



H5: Machten, wortels en verbanden:

VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules               met haakjes
5.5: Formules met een
        deelstreep
5.6: Formules met
       kwadraten

5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel

Je weet wat een kwadratische formule is,
hoe je deze kunt
herkennen en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.  



H5: Machten, wortels en verbanden:

VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules               met haakjes
5.5: Formules met een
        deelstreep
5.6: Formules met
       kwadraten

5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling deelstreep
Wat is een deelstreep?

Slide 2 - Tekstslide

5.6: Formules met kwadraten




Figuur 1 heeft 4 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:

aantal kubussen=3+n2
=3+1=4 kubussen
=3+12
n = figuurnummer, 
n = 1

Slide 3 - Tekstslide

5.6: Formules met kwadraten




Figuur 2 heeft 7 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:

aantal kubussen=3+n2
=3+4=7 kubussen
=3+22
n = figuurnummer, 
n = 2

Slide 4 - Tekstslide

5.6: Formules met kwadraten




Figuur 3 heeft 12 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:

aantal kubussen=3+n2
=3+9=12 kubussen
=3+32
n = figuurnummer, 
n = 3

Slide 5 - Tekstslide



Figuur 4 staat niet op de tekening. 

n = figuurnummer, 
n = 4

Slide 6 - Tekstslide



Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:

aantal kubussen=3+n2
n = figuurnummer, 
n = 4

Slide 7 - Tekstslide



Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:

aantal kubussen=3+n2
=3+42
n = figuurnummer, 
n = 4

Slide 8 - Tekstslide



Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:

aantal kubussen=3+n2
=3+16=
=3+42
n = figuurnummer, 
n = 4

Slide 9 - Tekstslide



Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:

aantal kubussen=3+n2
=3+16=19 kubussen
=3+42
n = figuurnummer, 
n = 4

Slide 10 - Tekstslide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. 

n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 11 - Tekstslide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 12 - Tekstslide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
=3+252
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 13 - Tekstslide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
=3+625=
=3+252
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 14 - Tekstslide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
=3+625=628 kubussen
=3+252
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 15 - Tekstslide

5.6: Formules met kwadraten


Zo kun je dus van alle figuurnummers uitrekenen hoeveel kubussen die heeft. 

Deze formule noemen we een kwadratische formule. Er staat immers een kwadraat in.

aantal kubussen=3+n2

Slide 16 - Tekstslide

Vooruitblik
Een parabool kan een top hebben of een dal.

Dit noemen we een berg  parabool of een dal parabool.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk

Maken van H5:
5.5 - opdrachten 54 en 60

5.6 - blz. 31-34: opdrachten 62 t/m 69


Nakijken:

Huiswerk van H5 tot nu toe.






Slide 18 - Tekstslide

1

Slide 19 - Video

00:02-00:17
Opmerking vooraf
In het filmpje zie je dat je een tabel zelf moet maken.

Deze tabel krijgen jullie er dit jaar nog bij, je hoeft alleen de tabel in te vullen.

Slide 20 - Tekstslide