6.2

6.2 Voedselrelaties en kringlopen
- Je weet wat fotosynthese en verbranding is en welke organismen aan fotosynthese en verbranding doen.
- Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.
- Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven.
- Als een organisme wordt opgegeten, komen de energierijke stoffen terecht in de volgende schakel van de voedselketen. In een ecosysteem doorloopt elke stof een kringloop.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 360 min

Onderdelen in deze les

6.2 Voedselrelaties en kringlopen
- Je weet wat fotosynthese en verbranding is en welke organismen aan fotosynthese en verbranding doen.
- Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.
- Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven.
- Als een organisme wordt opgegeten, komen de energierijke stoffen terecht in de volgende schakel van de voedselketen. In een ecosysteem doorloopt elke stof een kringloop.

Slide 1 - Tekstslide

Fotosynthese (assimilatie)
  • In bladgroenkorrels van plantencellen.
  • Fotosynthese: H2O + CO2 + licht -> glucose + O2
  • Opname van water via de wortels en CO2 via de huidmondjes.
  • Planten zijn producenten en autotroof: maken eigen voedsel.
  • Planten zijn altijd de 1e schakel in een voedselweb
    of voedselketen.
  • Van de glucose kunnen (m.b.v. mineralen) planteiwitten
    en vetten gemaakt worden.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is NIET nodig voor fotosynthese?
A
Zonlicht
B
Water
C
Glucose
D
Koolstofdioxide

Slide 3 - Quizvraag

Wat kunnen planten
NIET van glucose maken?
A
Cellulose (= grote koolhydraat)
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Stikstof

Slide 4 - Quizvraag

Verbranding (dissimilatie)
  • In cellen van alle organismen.
  • Verbranding: glucose + O2 -> H2O + CO2 + energie
  • Consumenten van de 1e orde: planteneters.
  • Consumenten, afvaleters en reducenten hebben brandstoffen nodig.
  • Koolhydraten, eiwitten en vetten zijn organische stoffen (energierijk).
  • Reducenten kunnen van organische stoffen mineralen maken. 
  • Producenten gebruiken mineralen (= anorganische stof) om planteiwit te maken -> assimilatie (opbouwen van stoffen).

Slide 5 - Tekstslide

Welke termen horen
bij de pijlen 1, 2 en 3?
1
2
3
A
1 = fotosynthese 2 = verbranding 3 = verdamping
B
1 = fotosynthese 2 = verbranding 3 = verbranding
C
1 = verbranding 2 = verbranding 3 = fotosynthese
D
1 = verbranding 2 = verdamping 3 = verbranding

Slide 6 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt NIET?
A
Water is nodig voor stevigheid van cellen.
B
Voor verbranding is energie nodig.
C
Schimmels en bacteriën doen aan verbranding.
D
Stikstofzouten (mineralen) zitten in de grond.

Slide 7 - Quizvraag

Welke rol spelen bacteriën en schimmels in
de kringloop van stoffen?
A
Ze doen aan fotosynthese
B
Ze zorgen dat niet biologisch afbreekbaar afval weer wordt opgeruimd
C
Ze zorgen er voor dat voedingsstoffen uit afval weer beschikbaar komen voor planten
D
Ze zijn consumenten

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

De kringloop van water

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De koolstofkringloop

Slide 12 - Tekstslide

Neem onderstaande letters over in je schrift en zet het juiste nummer voor de juiste zin/letter:

  • A eten van energierijk plantaardig voedsel
  • B verbranding van fossiele brandstoffen
  • C verbranding door dieren
  • D afbreken van dode organismen door schimmels en bacteriën
  • E vorming van fossiele brandstoffen
  • F verbranding door schimmels en bacteriën
  • G fotosynthese

Slide 13 - Tekstslide

De antwoorden......

8 A eten van energierijk plantaardig voedsel
1 B verbranding van fossiele brandstoffen
4 C verbranding door dieren
6 en 9 D afbreken van dode organismen door schimmels en bacteriën
5 E vorming van fossiele brandstoffen
2 F verbranding door schimmels en bacteriën
3 en 7 G fotosynthese

Slide 14 - Tekstslide

De stikstofkringloop

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

In plastic zit koolstof.
Leg uit dat plastic toch geen deel uitmaakt
van de koolstofkringloop.
A
Plastic komt niet in het maag/darmstelsel van de consumenten en zodoende dus niet in de kringloop.
B
Plastic wordt wel onbedoeld gegeten en dan ook weer uitgepoept door de consumenten. Maar de reducenten "eten" deze poep/meststof niet.
C
Plastic is niet biologisch afbreekbaar; de koolstof komt daardoor niet terug in de kringloop. Koolstof blijft in het plastic zitten.
D
Plastic wordt alleen gegeten door zeedieren en vogels en die consumenten horen niet bij de koolstofkringloop.

Slide 17 - Quizvraag

Neem over in je schrift bij 6.2
Fotosynthese (in bladgroenkorrels): H2O + CO2 + licht -> glucose + O2

Verbranding (in alle cellen): glucose + O2 -> H2O + CO2 + energie

Waterkringloop:
water verdampt, waarna het condenseert in de koude lucht en weer als regen of sneeuw neervalt.

Koolstofkringloop: CO2 wordt door fotosynthese omgezet in glucose, waarna planten er koolhydraten, eiwitten en vetten van maken (assimilatie). Door verbranding (dissimilatie) in organismen komt de CO2 weer vrij.

Stikstofkringloop: stikstof (mineraal) wordt door plantenwortels uit de grond opgenomen en planten maken er planteiwitten van. De eiwitten in een dood organisme worden door reducenten weer omgezet in stikstof.

Slide 18 - Tekstslide

HUISWERK
Maak van 6.2 opdracht 1 t/m 11.




Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting
1. Welke stoffen zijn nodig voor fotosynthese?
2. Welke stoffen zijn nodig voor verbranding?
3. Wat zijn afvaleters?
4. Welke organismen zijn autotroof?
5. Wat maken van planten van stikstof?
6. Welke organismen zorgen ervoor dat stikstof uit een dood organisme weer terug komt in de stikstofkringloop?
7. Welke 2 processen spelen een rol bij de kringloop van water?
8. Wat zijn organische en anorganische stoffen?

Slide 20 - Tekstslide