H5.1 - Stoffen, atomen en atoombouw

Leerdoelen
  • Je kan de bergippen moleculen en atomen uitleggen.
  • Je kan de opbouw van een atoom beschrijven.
  • Je kan een atoom tekenen met behulp van het atoommodel van Bohr.
  • Je kan uitleggen waarom een atoom neutraal is.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kan de bergippen moleculen en atomen uitleggen.
  • Je kan de opbouw van een atoom beschrijven.
  • Je kan een atoom tekenen met behulp van het atoommodel van Bohr.
  • Je kan uitleggen waarom een atoom neutraal is.

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de begrippen naar de juiste plek. Het gaat om de grootte van de deeltjes.
Grootste
Kleinste
Tussenin

Slide 2 - Sleepvraag

Een stof bestaat uit kleinere deeltjes 1 Deze deeltjes bestaan ook uit kleinere onderdelen 2. Vul de woorden in.
A
1. atomen 2. moleculen
B
1. protonen 2. elektronen
C
1. moleculen 2. atomen
D
1. elektronen 2. protonen

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Atomen teken
Je krijgt het aantal protonen, neutronen en elektronen in de opgave. Dat is anders dan in het filmpje.
  1. Je tekent de kern geeft aan hoeveel protonen je hebt. Je gebruikt als symbool voor protonen p+ niet p. Dat is anders dan in het filmpje.
  2. Je tekent bolletjes in de juiste schillen dat zijn de elektronen. Je houd de K, L, M indeling aan.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Applet atoombouw
In de volgende slide zie je een link naar een website. Je hebt hier wel Java voor nodig.

Op die website kan je atomen in elkaar zetten en kan je ook zien van welke stof het een atoom is.
Ga vooral lekker spelen met deze applet, daar is die voor bedoeld!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Teken atoommodelen voor:
  1. Een atoom met 2 protonen, 2 elektronen en 2 neutronen. Dit is een Heliumatoom.
  2. Een atoom met 11 protonen, 11 elektronen en 12 neutronen. Dit is een Natriumatoom.
  3. Een atoom met 17 protonen, 17 elektronen en 18 neutronen. Dit is een Chlootatoom.
(Als cloor en natrium aan elkaar vast zitten is het keukenzout.)

Slide 11 - Tekstslide

Maak een foto waar alle 3 de door jou getekende atomen op te zien zijn.

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag!
Om te controleren of je de theorie goed begrepen hebt ga je aan de slag met de opdrachten uit je boekje.

Maak alle opdrachten bij paragraaf 1.

Slide 13 - Tekstslide