dinsdag 29 maart

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

dinsdag 29 maart

1) Leren wrd les 3A, Hb p. 12 (alléén van Latijn naar Nederlands!) (herh.)

2) L grammatica 3A (Lb p. 19)

Mars deus est
Mars =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp

Iuno dea est
dea =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp

Iuppiter dominus est
dominus =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp

Vesta quoque virgo est
est =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm

Aeneas filius est
filius =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp

Ik zie hem
hem =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp

Hem zie ik
Hem =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp

Wij slaan hen
hen =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp

Ons slaan zij
zij =

1. subject
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
3. persoonsvorm
4. lijdend voorwerp