4 kl unit 6 ls 1 (klas 3)

Welcome Back!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome Back!

Slide 1 - Tekstslide

eerste weken 
*  unit 6  (klas 3) 
* schriftelijk examen  (klas 3) 
* so cijfers  (klas 3) 
* inhalen?  (klas 3)  

Slide 2 - Tekstslide

Grammar unit 6 (klas 3) 
*  present perfect 
*  plaats van het bijwoord

Slide 3 - Tekstslide

present perfect

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Present Perfect 
I have played Fifa19 all night. 
He has eaten my chocolate bar! 

Iets in het verleden begonnen en het duurt nog steeds of je hebt er nog steeds last van. 

Slide 6 - Tekstslide

Step 1 
have / has 

I   have                                            we have 
you have                                        they have 
he / she / it    has 

Slide 7 - Tekstslide

Step 2 
Voltooid deelwoord  

regelmatig:         werkwoord     +ed 

onregelmatige werwoorden:       3e rij
                                                                  drive - drove - driven 
                                                                  maken - made - made

Slide 8 - Tekstslide

Present Perfect
1.   have / has      I  / you / we / they     have 
                                 he / she / it                   has 

2    voltooid deelwoord:   regelmatig     +  ed 
                                                    onregelmatig       3e rij
                                                                                       sleep - slept - slept
                                                                                       begin - began - begun
                                                                                       

Slide 9 - Tekstslide

Welk hulpwerkwoord gebruik je bij de Present Perfect?
A
have/has
B
to be (am/is/are)
C
had
D
was

Slide 10 - Quizvraag

Hoe maak het voltooid deelwoord in het Engels (regelmatig werkwoord)?
A
-ing erachter
B
-ed erachter
C
- s erachter

Slide 11 - Quizvraag

In welke rij van in de onregelmatige werkwoorden staat het voltooid deelwoord?
A
1e rij
B
2e rij
C
3e rij

Slide 12 - Quizvraag

We ........................... here for 10 years.
A
have living
B
has lived
C
have lived

Slide 13 - Quizvraag

(have / has)
He .............. listened to the same song for hours.

Slide 14 - Open vraag

(have/has)
They ...................... been friends for 3 years.

Slide 15 - Open vraag

He has ...................... this game for 4 hours now.
(watch = regelmatig)

Slide 16 - Open vraag

She has ......................... 40 laps this afternoon.
(swim = onregelmatig)

Slide 17 - Open vraag

He ............................... for Feyenoord for 5 years.
(play = regelmatig ww.)

Slide 18 - Open vraag

I ................................... Netflix series for the last 6 weeks.
(watch = regelmatig)

Slide 19 - Open vraag

I ..................................... my keys!
(find = onregelmatig)

Slide 20 - Open vraag

They .............................. each other since kindergarten.
(know = onregelmatig)

Slide 21 - Open vraag

........................ he ................. you to his party?
(invite = regelmatig)

Slide 22 - Open vraag

Bijwoorden van frequentie

Slide 23 - Tekstslide

Plaats van de bijwoorden

Slide 24 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

Slide 25 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

Slide 26 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor

Slide 27 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor
- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen

Slide 28 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor
- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen
- Is het w.w. een vorm van 'to be'? bijwoord staat erachter

Slide 29 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor
- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen
- Is het w.w. een vorm van 'to be'? bijwoord staat erachter
                     (am, are, is, was, were)

Slide 30 - Tekstslide

Dus....
1 werkwoord:       We always took the bus to school. 
(ervoor) 

2 werkwoorden:    I have never been to the USA.
(tussen)

am/are/is:             He is often late! 
(erachter)

Slide 31 - Tekstslide

Adverbs:
We always wear pink on Wednesdays.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 32 - Quizvraag

Adverbs:
He walks his dog rarely.
A
right
B
wrong

Slide 33 - Quizvraag

Adverbs:
We go never swimming.
A
right
B
wrong

Slide 34 - Quizvraag

Adverbs:
Welke zin is correct?

A
My father goes always fishing.
B
My father always goes fishing.
C
My father goes fishing always.
D
Always my father goes fishing.

Slide 35 - Quizvraag

Adverbs
He is happy always.
A
correct
B
incorrect

Slide 36 - Quizvraag

adverbs
We are usually on time for class.
A
correct
B
incorrect

Slide 37 - Quizvraag

To do


unit 6  lesson 1   
maken:      opd.  6 + 7 
leren:       woorden lesson 1 

Slide 38 - Tekstslide