3.3 Smeltpunt en kookpunt

3.3 Smeltpunt en kookpunt
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

3.3 Smeltpunt en kookpunt

Slide 1 - Tekstslide



Een korte quiz over de vorige les
 om te zien wat jullie nog weten

Slide 2 - Tekstslide


In welke fase is waterdamp?
A
IJs
B
Vast
C
Gasvormig
D
Vloeibaar

Slide 3 - Quizvraag

Wat gebeurt er met water bij bevriezen?

A
Het wordt ijs
B
Volume neemt toe
C
Het blijft vloeibaar
D
Het verdampt

Slide 4 - Quizvraag


Wat gebeurt er als water condenseert?
A
Het verdampt in de lucht.
B
Het vormt druppels op oppervlakken.
C
Het bevriest onmiddellijk.
D
Het verandert van gas naar vloeistof.

Slide 5 - Quizvraag


Hoe ontstaat stoom?
A
Door verhitting van water
B
Door condensatie
C
Door bevriezing van water
D
Door drukverlaging

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen fase van water?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
bevroren fase
D
gasvormige fase

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarvoor je een thermometer gebruikt 
  • Je kunt de eenheid van temperatuur noemen
  • Je kunt de onderdelen van een vloeistof thermometer benoemen en uitleggen hoe die werkt
  •  Je kunt beschrijven welke temperatuur het smeltpunt en vriespunt van water hebben
  • Je kunt uitleggen waarom het smeltpunt en vriespunt voor water hetzelfde zijn
  • Je kunt benoemen welke temperatuur het kookpunt van water is.

Slide 8 - Tekstslide

Thermometers
Als je de temperatuur precies 
wilt weten gebruik je een thermometer.
Er zijn verschillende soorten thermometers:

Slide 9 - Tekstslide

Celcius
Graden Celcius is de eenheid waarmee we temperatuur aangeven. 
Je mag dit afkorten in 
Anders Celcius was een wetenschapper uit 
de 18e eeuw. Hij maakte de 1e themometer
van 0 tot 100 graden.

Slide 10 - Tekstslide

Vloeistof
Voor het meten van de temperatuur kun je een vloeistof thermometer gebruiken. 
Deze thermometer heeft een reservoir, 
gevuld met een vloeistof (meestal alcohol).
En een stijgbuis met een schaalverdeling,
waarop je de temperatuur kunt aflezen. 

Slide 11 - Tekstslide

smeltpunt en vriespunt van water
Water dat afkoelt, gaat bevriezen bij O °C = Vriespunt van water.
  • Water verandert in ijs.
  • Tijdens het bevriezen blijft de temperatuur 0 °C.

Ijs dat verwarmt wordt, gaat smelten bij 0 °C = smeltpunt van ijs.
  • Ijs verandert in water
  • Tijdens het smelten blijft de temperatuur 0 °C.

Slide 12 - Tekstslide

Kookpunt
Kokend water verandert in waterdamp
Vloeibaar water verandert in gas
In kokend water ontstaan overal in het water bellen 
met waterdamp die naar boven willen
Hierdoor gaat het water borrelen.
Water gaat koken bij 100 °C = kookpunt

Slide 13 - Tekstslide

Waarvoor gebruik je een thermometer?
A
Het meten van de omgevingstemperatuur
B
Het meten van de luchtdruk
C
Het meten van lichaamstemperatuur
D
Het maken van gerechten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de eenheid van temperatuur die we in Nederland gebruiken?
A
Fahrenheit
B
Meter
C
Kilogram
D
Celsius

Slide 15 - Quizvraag

Hoe wordt deze thermometer genoemd?
A
koortsthermometer
B
alcoholthermometer
C
temperatuurmeter
D
vloeistofthermometer

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het kookpunt van water?

Slide 17 - Open vraag

Maak opdracht 1 t/m 11 van 3.3 
Heb je vragen? 
Steek je vinger op, dan kom ik je helpen.

Slide 18 - Tekstslide