Woorden hoofdstuk 1 (les 2)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je schrift
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je schrift

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Woordquiz
  • Uitleg samenstelling/afleiding
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Mild
A
Een orgaan
B
Zacht
C
Vriendelijk
D
Verbijsterend

Slide 3 - Quizvraag

Dartelen
A
Vrolijk huppelen
B
Darten op een speelse manier
C
Harder gaan praten
D
Slenteren

Slide 4 - Quizvraag

incidenteel
A
onaangetast
B
zo nu en dan
C
blijvend
D
verbijsterend

Slide 5 - Quizvraag

het domein
A
gebied waar je invloed hebt
B
gezichtspunt waaruit je dingen bekijkt
C
groei
D
dierenwereld

Slide 6 - Quizvraag

Samenstelling
+

Slide 7 - Tekstslide

Voor- en achtervoegsels
On +
+ achtig
Grondwoord
Voorvoegsel
Achtervoegsel

Slide 8 - Tekstslide

Samenstelling - Afleiding
Een samenstelling  ..................


Een afleiding  ...................

Slide 9 - Tekstslide

Samenstelling - Afleiding
Een samenstelling bestaat uit losse woorden 
die aan elkaar zijn geplakt.


Een afleiding is een woord (grondwoord) waaraan 
een voor- of achtervoegsel is toegevoegd.

Slide 10 - Tekstslide

Samenstelling - Afleiding
Een samenstelling bestaat uit losse woorden 
die aan elkaar zijn geplakt.
vb: fietstas
Een afleiding is een woord (grondwoord) waaraan 
een voor- of achtervoegsel is toegevoegd.
vb: megagroot

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
  • Werk alleen.
  • Weet je iets niet? Overleg dan zachtjes met je buur.
  • Je maakt de opdrachten digitaal.
  • Je kijkt zelf na: je antwoorden zijn goed.
  • Maak de volgende opdrachten.

Slide 12 - Tekstslide

Maak het volgende:
  • Opdrachten 15 tot en met 18 van 1.5 Woorden
  • Klaar? Oefen met de woordtrainer

Slide 13 - Tekstslide

Ben jij ook een klimaatspijbelaar?
Ontleed bovenstaande zin. Houd deze volgorde aan:
  1. Onderstreep de persoonsvorm (pv)
  2. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
  3. Benoem werkwoordelijk (wg) of naamwoordelijk gezegde (ng)
  4. Benoem het onderwerp (0)
  5. Benoem het lijdend voorwerp (lv)
  6. Benoem het meewerkend voorwerp (mv)
  7. Benoem de bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 14 - Tekstslide

Ben jij ook een klimaatspijbelaar?
Ontleed bovenstaande zin. Houd deze volgorde aan:
  1. Ben jij ook een klimaatspijbelaar?
  2. Ben | jij | ook | een klimaatspijbelaar?
  3. ng: ben een klimaatspijbelaar
  4. o: jij
  5. lv zit er niet in, want is een ng
  6. mv zit er niet in
  7. bwb: ook

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk volgende les staat in Magister.
  • We gaan verder met paragraaf 1.7 onderdeel grammatica.

Slide 16 - Tekstslide