ontbijten op school

Nationaal schoolontbijt
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nationaal schoolontbijt

Slide 1 - Tekstslide

Ontbijt je ?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Zo ja, wat eet je als ontbijt?

Slide 3 - Open vraag

tekst voorspellen

Slide 4 - Tekstslide

verwijswoorden

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het Nationaal Schoolontbijt?
A
Samen op school ontbijten en een les over gezond ontbijt
B
De hele week op school ontbijten en ook 's avonds gezond eten
C
Les krijgen over gezond ontbijten op school en ook thuis

Slide 6 - Quizvraag

Wat krijgen scholen die deelnemen aan het Nationaal Schoolontbijt?
A
Allerlei lekkere dingen die kinderen thuis kunnen eten.
B
Een pakket met van alles voor een goed ontbijt.
C
Ze krijgen alleen appeltjes, eitjes en tomaatjes.

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is het goed om te ontbijten?
A
als je goed ontbijt groei je minder snel
B
als je ontbijt dan kun je beter poepen
C
van ontbijten krijg je meer honger

Slide 8 - Quizvraag

Welke gezonde dingen worden in de tekst genoemd?
A
lekker veel zout
B
bruin brood of ontbijtgranen
C
heel veel suiker

Slide 9 - Quizvraag

Waar maken Nationaal Schoolontbijt en de regering plannen voor?
A
dat niet alle kinderen thuis of op school ontbijten
B
dat kinderen elke dag samen gezellig ontbijten met elkaar
C
dat alle kinderen starten met een goed ontbijt

Slide 10 - Quizvraag

Scholen die deelnemen, krijgen een pakket.
Wat betekent deelnemen?
A
meedoen
B
bekijken
C
winnen

Slide 11 - Quizvraag

Want dat geeft je energie.
Wie of wat wordt bedoeld met dat?
A
je lijf
B
de dag
C
ontbijt

Slide 12 - Quizvraag

Het maakt niet uit wat je ontbijt,
als je maar ontbijt.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 13 - Quizvraag

In een gezond ontbijt zitten ook dingen die je lichaam dagelijks gebruikt om te groeien.
Wat betekent dagelijks?
A
elke dag
B
af en toe
C
elke week

Slide 14 - Quizvraag

Zij maken plannen om daarvoor te zorgen.
Wie of wat wordt of worden bedoeld met zij?
A
Nationaal Schoolontbijt en de regering
B
alle kinderen
C
elk kind

Slide 15 - Quizvraag

Niet ontbijten is een goede manier om af te vallen
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 16 - Quizvraag

Door te ontbijten kun je
op school beter leren en werken
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 17 - Quizvraag

Jeugdjournaal

Slide 18 - Tekstslide