P 7.1 EN 7.2
HOE GAAT HET?
đđđđđ
1 / 31
Onderdelen in deze les
HOE GAAT HET?
đđđđđ
Slide 1 - Poll
VRAGEN?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Machtsmiddelen
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd
Slide 8 - Quizvraag
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen
A
Macht
B
Machtsmiddelen
C
geschreven regels
D
ongeschreven regels
Slide 9 - Quizvraag
Iemand in een hoge positie kan gemakkelijk invloed uitoefenen op anderen.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
De trainer van Ajax heeft de macht om een speler niet op te spelen.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
De politie heeft de macht om een verdachte aanhouden.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Een politie kan een verdachte niet meenemen naar het bureau voor een verhoor.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Een politie heeft macht door zijn positie.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Een trainer van Ajax heeft geen macht door zijn positie.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
kennis ook macht
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Ongeschreven regels
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd
Slide 18 - Quizvraag
Geschreven regels
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd
Slide 19 - Quizvraag
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
A
Macht
B
Machtsmiddelen
C
geschreven regels
D
ongeschreven regels
Slide 20 - Quizvraag
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd
A
Macht
B
Machtsmiddelen
C
geschreven regels
D
ongeschreven regels
Slide 21 - Quizvraag
Thuis gelden er ongeschreven regels.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Op school zijn er ook ongeschreven regels.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
In het leerlingenstatuut, staan geen geschreven regels.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
De samenleving heeft geen regels.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Om alles goed te laten verlopen in een samenleving, zijn er afspraken nodig.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
VRAGEN
Slide 30 - Woordweb
BEHOEFTE VOOR SAMEN LEREN
đđđđđ
