Oudheidkunde online week 3 het Griekse alfabet

Oudheidkund les 4
Oudheidkunde B3, 20 januari
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
OudheidkundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oudheidkund les 4
Oudheidkunde B3, 20 januari

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Je maakt kennis met het Griekse alfabet 

  • Spreuk
  • SO bespreken
  • Het Griekse alfabet

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is dus de betekenis van:
de knoop doorhakken?

Slide 8 - Open vraag

Het Griekse alfabet

Slide 9 - Tekstslide

Wie kent al het Griekse alfabet?
A
Ik ken het alfabet helemaal niet
B
Ik ken een aantal letters
C
Ik ken de meeste letters
D
Ik ken het alfabet helemaal

Slide 10 - Quizvraag

Wat weet je van het Griekse alfabet?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Tel mee: hoeveel letters? 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Hoeveel letters heb je geteld?
A
23
B
24
C
25
D
26

Slide 15 - Quizvraag

Kijk mee! 
Het Griekse alfabet blz.25 (huiswerk)

Lukte het met het schrijven van de letters?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

alfa
beta
gamma
theta
epsilon
dzeta
delta
eta
δ
γ
β
ε
θ
η
α
ζ

Slide 20 - Sleepvraag

mu
pi
iota
ksi
omikron
labda
nu
kappa
ν
ι
π
ο
ξ
κ
μ
λ

Slide 21 - Sleepvraag

rho
omega
phi
chi
psi
sigma
upsilon
tau
υ
φ
ω
ψ
χ
τ
ρ
σ/ς

Slide 22 - Sleepvraag

wat is de naam van deze Griekse letter?
ρ
A
rho
B
kappa
C
tau
D
delta

Slide 23 - Quizvraag

wat is de naam van deze Griekse letter?
τ
A
rho
B
kappa
C
tau
D
delta

Slide 24 - Quizvraag

Hoe ziet de letter phi er uit?
A
χ
B
φ
C
ξ
D
ι

Slide 25 - Quizvraag

Hoe ziet de letter alfa eruit?
A
ε
B
α
C
β
D
γ

Slide 26 - Quizvraag

De griekse ν lijkt natuurlijk op een v; toch is het een hele andere letter - hoe spreek je de ν uit?
A
f
B
u
C
n
D
oe

Slide 27 - Quizvraag

Mengwoorden
Je ziet dadelijk een woord dat bestaat uit een Griekse letter en een aantal Nederlandse letters. Voorbeeld:

μziek 

= mu-ziek

Slide 28 - Tekstslide

Wat staat hier?
πano

Slide 29 - Open vraag

Wat staat hier:
τgé

Slide 30 - Open vraag

Wat staat hier:
ηge

Slide 31 - Open vraag

Nu met 2 Griekse letters
α ρmeo

Slide 32 - Woordweb

Met 3 Griekse letters!
Dit bestond vroeger, maar wordt nu niet meer gebruikt:

χρβlkaart

Goed als je weet wat dit is!!

Slide 33 - Tekstslide