breuken

breuken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

breuken

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gingen vragen over het domein getallen (%, breuken, +, -, : )
A
Goed
B
Voldoende
C
Slecht

Slide 2 - Quizvraag

Welke van de volgende is gelijk aan 5/6?
A
7/8
B
10/12
C
4/5
D
3/4

Slide 3 - Quizvraag

Wat is 3/8 als een percentage?
A
25%
B
40%
C
37.5%
D
30%

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de som van 1/3, 2/5, en 1/4?
A
5/8
B
11/12
C
3/4
D
19/20

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel is 2/5 van 20?
A
10
B
6
C
5
D
8

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de uitkomst van 3/4 + 1/2?
A
7/6
B
3/2
C
2/3
D
5/4

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de som van 2/5, 1/3 en 3/10?
A
2/3
B
17/30
C
3/5
D
5/8

Slide 8 - Quizvraag

Deel 1/2 door 1/4.
A
3/4
B
5/6
C
7/8
D
2

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen 7/8 en 3/4?
A
5/9
B
1/2
C
2/3
D
1/8

Slide 10 - Quizvraag

Vermenigvuldig 2/3 met 5/6.
A
5/9
B
3/4
C
2/5
D
7/8

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de som van 3/4 en 2/5?
A
7/8
B
1/2
C
5/9
D
11/20

Slide 12 - Quizvraag

Wat is 2/5 + 1/10?
A
1/3
B
3/5
C
4/7
D
1/2

Slide 13 - Quizvraag

Deel 7/8 door 3/4. Wat is het antwoord?
A
1/2
B
3/7
C
5/6
D
14/15

Slide 14 - Quizvraag

Vermenigvuldig 2/3 met 4/5. Wat is het resultaat?
A
5/8
B
2/3
C
6/7
D
8/15

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen 5/8 en 1/4?
A
2/3
B
1/2
C
1/8
D
3/8

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de som van 3/4 en 1/2?
A
5/4
B
1/4
C
3/8
D
2/3

Slide 17 - Quizvraag

Van breuk naar procent
1/5 is ...
Schrijf het procent
A
25%
B
15%
C
20%
D
10%

Slide 18 - Quizvraag

Van breuk naar procent
2/4 is ...
Schrijf het procent
A
40%
B
25%
C
30%
D
50%

Slide 19 - Quizvraag

Van breuk naar procent
3/5 is ...
Schrijf het procent
A
75%
B
55%
C
60%
D
50%

Slide 20 - Quizvraag

1/2 en 5/2 zijn
A
gelijknamige breuken
B
stam breuken
C
samengestelde breuken
D
enkelvoudige breuken

Slide 21 - Quizvraag

12,5% = schrijf als een breuk
A
3/8
B
2/8
C
1/8
D
12/100

Slide 22 - Quizvraag

Een breuk is minder dan 1
A
altijd waar
B
soms waar
C
nooit waar

Slide 23 - Quizvraag

Hoe schrijf je 0,375 als breuk?
A
1/12
B
4/12
C
3/8
D
5/8

Slide 24 - Quizvraag

Verhouding omzetten in een breuk:
€60 is hoeveel procent van €240?
A
1/3
B
1/4
C
1/5
D
1/6

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een verhouding?
A
Een verhouding is hetzelfde als een breuk.
B
Een verhouding is een kommagetal.
C
Een verhouding is een cijfer die je deelt.

Slide 26 - Quizvraag


Welk kommagetal hoort bij deze breuk? 3/8
A
2,67
B
0,375
C
0,38
D
0,308

Slide 27 - Quizvraag