Medisch rekenen oefenen

Medisch rekenen oefenen


Voorraadbeheer
Zuurstof 
Sonde voeding 

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Medisch rekenen oefenen


Voorraadbeheer
Zuurstof 
Sonde voeding 

Slide 1 - Tekstslide

Werkwijze lesson up 
  1. Lees of bekijk goed de instructie voordat je de sommen gaat maken.
  2. Maak de volledige berekening op een kladpapiertje
  3. Schrijf bij een open vraag alleen de uitkomst met het soortelijk gewicht erachter, dus niet de berekening. Dit wijkt bij de verdunningsfactor iets af
  4. Succes! :-)

Slide 2 - Tekstslide

Voorraad beheer
Bereken de dagen en de giften vanuit de voorraad

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen: op voorraad zijn 20 tabl van 25 mg, per order arts geeft je 3 x 25 mg per dag. Hoelang kan je met deze voorraad doen?
(Vul alleen de uitkomst dus ...dagen en ..giften in)

Slide 9 - Open vraag

Oefenen 2: Op voorraad 40 tabl van 20 mg. p/o arts 2 x 10 mg per dag geven.
Hoelang kan je met deze voorraad doen?
(Vul alleen de uitkomst dus ...dagen en als het kan ....giften in)
 


Slide 10 - Open vraag

Oefenen 3: Op voorraad 150 ml (1mg/ml). p/o arts 4 x 2,5 ml per dag geven.
Hoelang kan je met deze voorraad doen?
(Vul alleen de uitkomst dus ...dagen en als het kan ....giften in)

Slide 11 - Open vraag

Oefenen 4: Op voorraad 150 ml (10 mg/ml). p/o arts 3 x 5 ml per dag geven.
Hoelang kan je met deze voorraad doen?
(Vul alleen de uitkomst dus ...dagen en als het kan ....giften in)

Slide 12 - Open vraag

Bereken deze sommen zelf 
Voorraad medicatie      en                     P/O arts geven 
50 tabl van 1 gram.                 6 x 500 mg daags  geven
30 tabl van 100 mcg.             2 x 0,05 mg daags geven
50 tabl van 500 mg.                   1 x 1 gram daags geven
25 tabl van 1 mg.                   8 x 250 mcg daags geven

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden 
16  dagen en 4 giften
30 dagen 
25 dagen
12 dagen en 4 giften

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Gaan we verder naar zuurstof!
Bereken hoeveel uur en minuten er met een volle fles gegeven kan worden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

N
formaat fles 
Bar /druk manometer
Aantal Liters/minuten
10 liter fles
150 bar op de manometer
je geeft 5L per minuut
vul je antwoord in!

Slide 20 - Open vraag


formaat fles 
bar manometer
Aantal L per min 
5 Liter fles
80 bar op manometer
2l/min geven
5 liter fles 
120 bar  op manometer
2L/min geven 

Slide 21 - Open vraag

Er is een fles van 10 liter, de manometer staat op 100 bar. Mw de Bruin moet 1,5 liter per minuut krijgen. Hoelang kan je met deze fles doen?
A
12 uur
B
10 uur en 50 min
C
11 uur en 6 min
D
24 uur

Slide 22 - Quizvraag

Er is een fles van 5 liter, de manometer staat op 50 bar. Dhr Blauw moet 0,5 liter per minuut krijgen. Hoelang kan je met deze fles doen?
A
10 uur
B
8 uur en 20 min
C
8 uur en 10 min
D
11 uur en 15 min

Slide 23 - Quizvraag

En, hoe is het nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Volgende deel is Sonde Voeding
Twee berekeningen:
  • Bereken de druppels
  • bereken de ml

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Het aantal druppels wordt aangegeven in de som. 
Waterachtig vloeistof is vaak 20 druppels per ml
Dikkere vloeistof zoals bloed is vaak 15 druppels per ml

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

In de volgende opgaven ga je de druppels per minuut uitrekenen via een druppelsysteem. 
Reken met 16 druppels.

Slide 29 - Tekstslide

De z.v moet 1000 ml sv krijgen in 20 uur via een druppelsysteem. Hoeveel druppels moeten er per minuut inlopen?
Rond het antwoord af.
A
11 druppels
B
12 druppels
C
14 druppels
D
13 druppels

Slide 30 - Quizvraag

De z.v moet 750 ml sv krijgen in 12 uur via een druppelsysteem. Hoeveel druppels moeten er per minuut inlopen?
Rond het antwoord af.
A
15 druppels
B
20 druppels
C
16 druppels
D
17 druppels

Slide 31 - Quizvraag

De z.v moet 2 liter sv krijgen in 24 uur via een druppelsysteem. Hoeveel druppels moeten er per minuut inlopen?
Rond het antwoord af.
A
25 druppels
B
20 druppels
C
22 druppels
D
27 druppels

Slide 32 - Quizvraag

Bereken nu zelf!
De z.v moet 350 ml sv krijgen in 4 uur via een druppelsysteem. Hoeveel druppels moeten er per minuut inlopen??
Rond het antwoord af.

Slide 33 - Open vraag

Bereken nu zelf!
De z.v moet 0,8 L sv krijgen in 10 uur via een druppelsysteem. Hoeveel druppels moeten er per minuut inlopen??
Rond het antwoord af.

Slide 34 - Open vraag

Bereken nu zelf!
De z.v moet 125 ml sv krijgen in 1 uur via een druppelsysteem. Hoeveel druppels moeten er per minuut inlopen??
Rond het antwoord af.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Je moet je zorgvrager 600 ml sv in 4 uur geven op hoeveel ml stel je de pomp in?
A
150 L
B
200 ml
C
225 ml
D
150 ml

Slide 37 - Quizvraag

Je moet je zorgvrager 1000 ml sv in 10 uur geven op hoeveel ml stel je de pomp in?
A
100 ml
B
50 ml
C
175 ml
D
1 L

Slide 38 - Quizvraag

Je moet je zorgvrager 800 ml sv in 6 uur geven op hoeveel ml stel je de pomp in?
A
500ml
B
175ml
C
133ml
D
134ml

Slide 39 - Quizvraag

Bereken nu zelf:
Je moet je zorgvrager 1,5 L sv in 24 uur geven op hoeveel ml stel je de pomp in?

Slide 40 - Open vraag

Bereken nu zelf:
Je moet je zorgvrager 2100 ml sv in 20 uur geven op hoeveel ml stel je de pomp in?

Slide 41 - Open vraag

Bereken nu zelf:
Je moet je zorgvrager 0,4L sv in 2 uur geven op hoeveel ml stel je de pomp in?

Slide 42 - Open vraag

Phoe, gaat het nog? Hoe voel je je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Je bent klaar, je hebt alle delen van medisch rekenen niv 3 gedaan. Hoe is het gegaan?

Slide 44 - Open vraag

Mag je nu medicijnen delen? Waarom wel of waarom niet?

Slide 45 - Open vraag

Hoelang ben je met dit leerpad bezig geweest?

Slide 46 - Open vraag