BL les 8: Mening, argument en tegenargument

Nederlands

Begrijpend lezen Les  


VG2 - P2 - 2019-2020
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Begrijpend lezen Les  


VG2 - P2 - 2019-2020

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les...

... heb je geleerd op welke 4 manieren alinea’s met elkaar verbonden kunnen worden.

Wie weet het nog?
Steek je vinger op!

Slide 2 - Tekstslide

Mening en argumenten
Mening  Wat iets of iemand van iets vindt.

Argumenten Om je mening duidelijk te maken en het publiek te overtuigen of over te halen, gebruikt de schrijver argumenten. Redenen waarom je iets vindt.

Tegenargument Als iemand het niet eens is met een argument, kan hij een tegenargument gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Mening, argument en tegenargument
(mening) Tijdens de lessen moeten mobiele telefoons in de kluisjes worden opgeborgen, (argument) want leerlingen kunnen zich niet concentreren met hun mobiele telefoon in de buurt.

(mening) Het opbergen van mobiele telefoons in kluisjes vind ik geen goede oplossing, (tegenargument) want leerlingen moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen.

Slide 4 - Tekstslide

Objectieve teksten

... bevatten feiten (geen meningen)

Tekstsoorten
  • informerende teksten
  • uiteenzettende teksten

Slide 5 - Tekstslide

Subjectieve teksten

... bevatten de mening van de schrijver.

Tekstsoorten
  • aansprende/activerende teksten
  • overtuigende teksten

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Pak je boek erbij.
Ga naar blz. 251
Lees tekst 3: Tandarts verdooft met kleine elektrische schok

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Log in bij LU: BL les 8

Maak de vragen op de volgende slides.

De vragen horen bij tekst 3: Tandarts verdooft met kleine elektrische schok

Slide 8 - Tekstslide

1. Op welke manier zijn de eerste en de tweede alinea met elkaar verbonden?

Slide 9 - Open vraag

2. Noteer de kernzin van alinea 2.

Slide 10 - Open vraag

3. Welke zinnen geven de hoofdzaak van alinea 3 aan?

Slide 11 - Open vraag

4. Leg uit waarom de overige zinnen van alinea 3 bijzaken aangeven.

Slide 12 - Open vraag

5. Noteer de hoofdzaken van tekst 3.

Slide 13 - Open vraag

6. Noteer de hoofdgedachte van de tekst.

Slide 14 - Open vraag

7. Wat is het tekstdoel? En welke tekstsoort hoort daarbij?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag!

Lees tekst 4: Geen tijd om te lezen
Blz. 253

Maak de vragen op de volgende slidesa

Slide 16 - Tekstslide

1. Op welke manier zijn alinea 2 en 3 met elkaar verbonden?

Slide 17 - Open vraag

2. Welk verband geeft het signaalwoord aan het begin van alinea 4 aan?

Slide 18 - Open vraag

3. Schrijf de delen van dit verband op.

Slide 19 - Open vraag

4. Noteer de hoofdgedachte van de tekst.

Slide 20 - Open vraag

5. Is de volgende zin subjectief of objectief?
'De reden? Ik kreeg het te druk.' (r. 4-5)
A
subjectief
B
objectief

Slide 21 - Quizvraag

6. Is de volgende zin subjectief of objectief?
‘Tijd om daar verandering in te brengen.’ (r. 5-6)
A
subjectief
B
objectief

Slide 22 - Quizvraag

7. Is de volgende zin subjectief of objectief?
‘Op school lezen gaat al helemaal niet.’ (r. 24)
A
subjectief
B
objectief

Slide 23 - Quizvraag

1.

Slide 24 - Open vraag