NaSk1 jaar 3 - Les 55: Dichtheid en druk

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:







 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:







 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lesdoelen
  • Dichtheid
  • ZS
  • Druk
  • ZS
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Wanneer blijft iets drijven?
  • Hoe bereken je de dichtheid?
  • Welke eenheden gebruik je?
  • Waardoor oefent een gas druk uit?
  • Hoe bereken je de druk?
  • Waarmee meet je de druk?
  • Waar vind je informatie over druk?






















































Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat en is het stil
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 4 - Tekstslide

Nu absenties
Huiswerk: opdracht 16 t/m 27op pagina 96

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid
  • Dichtheid: is een stofeigenschap. Het geeft aan hoe zwaar 1 kubieke centimeter van een bepaalde stof is. 
  • Formule voor dichtheid:



Dichtheid=VolumeMassa

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid
De dichtheid is de massa van 1 cm3 van een stof.

het symbool van dichtheid is 𝛒 (rho)

de eenheid van dichtheid is g/cm3



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kurk:
0,25
cm3g
Hout:
0,58 
cm3g
IJzer:
7,80 
cm3g
De dichteid van water is 1,0  
Wanneer zinkt/zeeft/drijft een stof?
cm3g
Kurk drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
Hout drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
IJzer zinkt. De dichtheid is groter dan die van water.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS

Maak de opdrachten over dichtheid op het opdrachtenblad

- Niet klaar? Huiswerk
5minuten ZS









timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk 
Druk = de kracht die wordt uitgeoefend op een bepaald oppervlakte.

Man op het ijs
Punaise
Hamer



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Barometer
Laat de plaatselijke luchtdruk zien

Gemiddelde druk op zeeniveau 
1013 hPa (hectopascal)

Tussen de 970 en 1050 hPa (hangt af van temperatuur)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manometer
Meet overdruk 

Overdruk is de druk meer dan de aanwezige luchtdruk 

Overdruk lucht bijvoorbeeld in een band, bal of ballon

Absolute druk = Luchtdruk + overdruk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Druk berekenen
druk hangt af van kracht en oppervlakte 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS

Maak de opdrachten over dichtheid op het opdrachtenblad

- Niet klaar? Huiswerk
5minuten ZS









timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Wanneer blijft iets drijven?
  • Hoe bereken je de dichtheid?
  • Welke eenheden gebruik je?
  • Waardoor oefent een gas druk uit?
  • Hoe bereken je de druk?
  • Waarmee meet je de druk?
  • Waar vind je informatie over druk?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies