Present simple mhv

present simple
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

present simple

Slide 1 - Tekstslide

The Present Simple
Wat is de present simple?

De present simple gebruiken we bij:
- Feiten
The leopard runs very fast. 
- Gewoonte
Harry plays football every Wednesday. 
- als iets gebeurt gewoonlijk, vaak, soms, altijd of nooit
I always order dessert. 

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk een paar feiten, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen voor jezelf, en noteer die in het NL (hele zin)

Slide 3 - Open vraag

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog
right now. 
3. Yesterday, we danced all 
night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Not Present Simple
1
2
3
4
5

Slide 4 - Sleepvraag

The Present Simple
Present simple

In een zin waar de present simple in voorkomt kan je kijken naar signaal woorden.

Woorden zoals: everyday, never, always, every Wednesday  vertellen je dat het een gewoonte/routine is. Het gebeurt vaak. 

Dit is niet zo bij feiten. 

Slide 5 - Tekstslide

Kijk naar de woorden. Welke geven aan dat de zin in de present simple staat en welke niet?
Signaal woord
Niet een signaal woord
Next Friday
Yesterday
Never
Wednesday
Often
Every week

Slide 6 - Sleepvraag

The Present Simple
The SHIT Rule

Bij de present simple is er een regel, die noemen wij de SHIT rule. 

Dit betekent: Als het onderwerp een
he, she or it is? --> ww + -s 

Dus I dance --> She dances.


Slide 7 - Tekstslide

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose

Slide 8 - Sleepvraag

Uitzonderingen!
 woorden die eindigen op -Y → -ies                       study - studies
 woorden die eindigen op een s-klank → -es    watch - watches
woorden die eindigen op een -o → -oes             go - goes 


Slide 9 - Tekstslide

Present simple examples

My little brother always picks his nose.
The sun always rises in the east.
We often cycle to school.
Water boils at 100 degrees Celsius.
My granny sometimes eats popcorn when she watches tv. 

Slide 10 - Tekstslide

Present simple
He ..... (to call) his grandma every weekend.
A
call
B
calls

Slide 11 - Quizvraag

Present simple
The show ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 12 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 13 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 14 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 15 - Quizvraag

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 16 - Open vraag

Leg de SHIT-Rule uit in je eigen woorden:

Slide 17 - Open vraag

The Present Simple
Questions

Om een vraag te maken, zet je do aan het begin van de zin:

 I like ice cream.     wordt          Do I like ice cream?

Als het onderwerp he, she of it is, gebruik je does. Trouwens, kijk ook eens naar wat er met de S gebeurt achter het werkwoord!

Bob plays football.   Wordt      Does Bob play football?


Slide 18 - Tekstslide

The Present Simple




Questions

Maak de volgende zinnen vragend. Denk aan hoofdletters, vraagtekens en Do/Does! 
                                      


Slide 19 - Tekstslide

The old man always sits in his chair.
the old man always
in his chair?
Turn the normal present simple sentence into a question
Do
Does
Is
sits
sit
sitting
Did

Slide 20 - Sleepvraag

My sister likes everything pink.
my sister
everything pink?
Do
Does
Is
Be
likes
like
Did

Slide 21 - Sleepvraag

My dog likes meat.

Slide 22 - Open vraag

That tree looks 100 years old.

Slide 23 - Open vraag

I never go to parties.

Slide 24 - Open vraag

The Queen of England plays golf every evening.

Slide 25 - Open vraag

The Present Simple
Ontkenningen 

Door don't of doesn't toe te voegen aan de zin, maak je de zin ontkennend. Denk aan de SHIT regel!
So not like this:
                                        I like not cookies. 

But like this:
                                       I don't like cookies 


Slide 26 - Tekstslide

The Present Simple
Ontkenningen

Kijk wat er met het werkwoord gebeurt als we deze zin ontkennend maken:

                                 He plays video games every day.

                        He doesn't play video games every day.

De S verdwijnt na doesn't. Hetzelfde als bij de vragen!

Dus       don't/doesn't + HELE ww 

Slide 27 - Tekstslide

The Present Simple




Ontkenningen

Maak de volgende zinnen ontkennend. Denk aan hoofdletters, vraagtekens en don't/doesn't! 
                                      


Slide 28 - Tekstslide

The girls wear the same dresses.

Slide 29 - Open vraag

The boy always cleans his plate after eating.

Slide 30 - Open vraag

They give out flyers every morning.

Slide 31 - Open vraag