Herhalen paragraaf 3.1 en 3.2 2019
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van 1 product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent BTW?
Slide 7 - Open vraag
Hoe bereken ik de prijs inclusief 21% btw én hoe bereken ik de prijs exclusief 21% btw?
Slide 8 - Open vraag
De schilder heeft het huis geverfd voor €1200 exclusief btw. Wat is het bedrag inclusief 9% btw?
A
1308
B
1100,92
C
1299,08
D
1302,50
Slide 9 - Quizvraag
Joost koopt een broek van €99 inclusief 21% btw. Wat is de prijs exclusief btw?
A
119,79
B
106,36
C
81,82
D
81,81
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn de 4 productiefactoren + beloningen?
Slide 11 - Open vraag
Wat betekent investeren?
A
Het aanschaffen van kapitaalgoederen door mensen
B
Het aanschaffen van kapitaalgoederen door consumenten
C
Het aanschaffen van kapitaalgoederen door overheid en bedrijven
D
Ergens moeite voor doen
Slide 12 - Quizvraag
Leiden mechanisatie en automatisering tot een hogere of lagere arbeidsproductiviteit?
A
Hoger
B
lager
Slide 13 - Quizvraag
Mechanisatie en automatisering zijn voorbeelden van...
A
Arbeidsintensieve productie
B
Kapitaalintensieve productie
Slide 14 - Quizvraag
3 soorten bedrijven
Slide 15 - Woordweb
Voorbeeld agrarische bedrijf
Slide 16 - Woordweb
Voorbeeld industrieel bedrijf
Slide 17 - Woordweb
Voorbeeld dienstverlenend bedrijf
Slide 18 - Woordweb
Is dit een bedrijfskolom of productieweg?
A
Productieweg
B
Bedrijfskolom
