Format Periode KE
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Wat is startklaar voor jouw kunstdiscipline?
Jassen aan de kapstok?
Telefoon in het zakkie in de tas?
Telefoon in het zakkie in de tas?
Hoe zitten de leerlingen? (kring/ aan tafel/ ..?)
Wat moeten ze bij zich hebben? Laptop?
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
De eerste slides zijn alleen voor de eerste les. Laat zien wat het grote verhaal is waar deze periode omdraait. De kapstok complexe opdracht
Wat is kunsteducatie?
Slide 7 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat leer je bij
kunsteducatie?
kunsteducatie?
Slide 8 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Fase oriënteren
Toelichting op het thema en bronnen. In deze fase is kennisverwerking een belangrijk onderdeel: begrippen, technieke en culturele referenties waarbij de link wordt gemaakt tussen kunst, maatschappij, populaire cultuur
Fase onderzoeken
Leerlingen gaan op onderzoek uit. Verdieping van nieuwe technieken, vaardigheden, materialen en kennis. Hier wordt de link gemaakt naar kunst, maatschappij, populaire cultuur.
Fase uitvoeren
Leerlingen geven invulling aan de complexe opdracht. Daarbij gebruiken ze de ontdekkingen van de onderzoeksfase.
Fase presenteren
Leerlingen tonen hun werk en geven elkaar feedback
Fase reflecteren
Leerlingen kijken terug op het proces en reflecteren op de gemaakte keuzes.
Zorg dat je altijd in elke las een korte moment van reflectie hebt. Je kan hiervoor een verzameling aanleggen, of wel in Simulise ofwel hardcopy.
Zorg dat je altijd in elke las een korte moment van reflectie hebt. Je kan hiervoor een verzameling aanleggen, of wel in Simulise ofwel hardcopy.
Slide 10 - Tekstslide
Zet in de overzicht het doel van de les gekoppeld aan de fase van het creatieve proces.
Op basis van dit overzicht kan je de wekelijkse lessen maken.
De checklist hiervoor is:
Worden de kunstbronnen mbt het thema besproken?
Zijn de gekozen kunstenaars/bronnen (cultureel) divers?
Zijn de gekozen kunstenaars/bronnen (cultureel) divers?
Moet de leerling zelf onderzoek doen?
Is er ruimte voor experiment en falen?
Worden samenwerking en zelfstandigheid gestimuleerd?
Kunnen leerlingen een persoonlijke inbreng doen in het proces?
Is er ruimte om leerlingen van elkaar te leren?
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Je koppelt hier het leerdoel van het creatiefproces aan je les inhoud (dus thema en materiaal/vakvaardigheden).
Stel je daarbij de vraag welke kennis er nodig is om...
Slide 13 - Tekstslide
Laat hier de bronnen zien dit is je wilt gebruiken voor inspiratie/ voorbeeld of gesprek
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Slide 14 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Slide 15 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Slide 16 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Slide 17 - Tekstslide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Slide 18 - Tekstslide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
