Economie: Consumentensurplus en vraaglijn HAVO/VWO 3

Les 4: Consumentensurplus en vraaglijn
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 4: Consumentensurplus en vraaglijn

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Zijn er nog vragen over de opdrachten van H1.3 en H 1.4?
2. Over consumentengedrag
3. Over consumentensurplus en vraaglijnen
4. Samen oefenen
5. Welke sleutelbegrippen hebben we vandaag besproken?
6. Thuis doen voor de volgende keer
7. Feedback

Slide 2 - Tekstslide

Zijn er nog vragen over de opgaven?
a. Vragen over opgave 1.11 t/m 1.14? (arbeidsverdeling, welvaart, ruil)

b. Vragen over opgave 1.16 t/m 1.19? (ruilen en geld)

c. Vragen over de theorie van H1?

d. Werkt het goed met de toegestuurde antwoorden? (leesbaar/bruikbaar)

Slide 3 - Tekstslide

Consumentengedrag

Slide 4 - Tekstslide

Consumentengedrag?
Waar gaat dat over?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wat is de betalingsbereidheid?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het consumentensurplus?

Slide 8 - Open vraag

Vb. Berekenen consumentensurplus

Slide 9 - Tekstslide

In eem grafiek

Slide 10 - Tekstslide

Wat geeft een vraaglijn weer?

Slide 11 - Open vraag

Het verloop van de vraag naar ijs: qv = -1000p + 2000
qv  aantal gevraagde bolletjes (afzet) per dag
p  de prijs per bolletje ijs in euro's

Slide 12 - Tekstslide

Uitrekenen consumentensurplus via de oppervlakte van de driehoek:
Oppervlakte van een driehoek = 1/2 x basis x hoogte.
Consumentensurplus = 1/2 x 800 x (€2,00 - €1,20) = €320,-

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt ...(1)... voor een paar sportschoenen bepalen
door ...(2)... te verminderen met
...(3)...
de marktprijs
de betalingsbereidheid
het consumentensurplus
de vraag

Slide 14 - Sleepvraag

Hierboven zijn de vraaglijn en marktprijs van een mobiele telefoon aangegeven.
a. Welke van de letters A, B of C geeft het consumentensurplus aan?
b. Welke van de letters A, B, of C geeft de marktomzet aan?

Slide 15 - Tekstslide

De sleutelbegrippen

Slide 16 - Tekstslide

Tekst
Het bedrag dat je maximaal voor een product wilt betalen.
Het verband tussen de prijs van een product en de gevraagde hoeveelheid ervan.
Het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs die je je moet betalen.
Omzet
Oppervlakte driehoek =
1/2 x basis x hoogte
Betalingsbereidheid
Vraaglijn
Consumentesurplus
Verkoopprijs maal de verkochte hoeveelheid
Het totale consumentensurplus

Slide 17 - Sleepvraag

Zelf doen
Maak opgaven 2.3 t/m 2.5 zelf

Slide 18 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?

Slide 19 - Open vraag