OHV1 - PMA - 8.3 Het aangaan van een arbeidsovereenkomst

Vandaag
  • Herhaling vorige les 
  • 8.3 Aangaan van een arbeidsovereenkomst 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
PersoneelsbeleidMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Herhaling vorige les 
  • 8.3 Aangaan van een arbeidsovereenkomst 

Slide 1 - Tekstslide

Welke medewerker hoeft de horecaondernemer niet door te betalen als deze ziek is
A
medewerker via payrollbedrijf
B
medewerker met parttime contract
C
medewerker met nulurencontract maar met arbeidsverleden
D
medewerker via overeenkomst van opdracht

Slide 2 - Quizvraag

Bij welke arbeidsrelatie loopt de horecaondernemer het meeste risico?
A
contract voor bepaalde tijd
B
contract voor onbepaalde tijd
C
werk via opdracht van overeenkomst
D
werknemer via het payrollbedrijf

Slide 3 - Quizvraag

Overeenkomst van opdracht
Op de volgende bladzijde staat een stuk uit een voorbeeld van een 'Overeenkomst van opdracht'. 
Lees puntje 2.4

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke van de drie eisen van een arbeidsovereenkomst is niet van toepassing bij een Overeenkomst van opdracht?
A
Werk persoonlijk verrichten
B
Loon betalen
C
Gezagsverhouding
D
Er is wel sprake van een arbeidsovereenkomst

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Gedeelte uit een arbeidsovereenkomst:

Slide 8 - Tekstslide

Het gaat hierbij om een contract voor ....
A
bepaalde tijd
B
onbepaalde tijd

Slide 9 - Quizvraag

Gedeelte uit een arbeidsovereenkomst:

Slide 10 - Tekstslide

Als er geen werk is, hoeveel uur moet de horecaondernemer deze werknemer minimaal uitbetalen? (vul een getal in)

Slide 11 - Open vraag

Gedeelte uit een arbeidsovereenkomst:

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Vanaf welke leeftijd ben je handelingsbekwaam voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst? (vul een getal in)

Slide 16 - Open vraag

Welk woord moet er op de zwarte balken staan?
A
aanzegtermijn
B
opzegtermijn
C
concurrentiebeding
D
proeftijd

Slide 17 - Quizvraag

Hoelang mag de proeftijd zijn bij een contract voor bepaalde tijd van een half jaar?
A
mag geen proeftijd bevatten
B
1 maand
C
2 maanden
D
maakt niet uit

Slide 18 - Quizvraag

Hoelang mag de proeftijd zijn bij een contract voor bepaalde tijd van 8 maanden?
A
mag geen proeftijd bevatten
B
1 maand
C
2 maanden
D
maakt niet uit

Slide 19 - Quizvraag

gedeelte uit een arbeidsovereenkomst:

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel bedraagt het vakantiegeld?
A
5% van het brutoloon
B
6% van het brutoloon
C
7% van het brutoloon
D
8% van het brutoloon

Slide 21 - Quizvraag

Weet je ook in welke maand het vakantiegeld (meestal) wordt uitgekeerd?
A
april
B
mei
C
juni
D
juli

Slide 22 - Quizvraag

Wat zou je nog willen weten over arbeidsovereenkomsten?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Link