Bloedsomloop + lymfestelsel

Vandaag
Herhaling:
  • bloed
  • Bloedvaten
Stof:
  • Bloedsomlopen
  • lymfe
1 / 70
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologySecondary Education

In deze les zitten 70 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Herhaling:
  • bloed
  • Bloedvaten
Stof:
  • Bloedsomlopen
  • lymfe

Slide 1 - Tekstslide

Slagaders lopen van het hart naar de weefsels
A
Correct
B
Niet correct

Slide 2 - Quizvraag

Correct
Alle slagaders lopen van het hart naar de rest van het lichaam of de longen

In de grote bloedsomloop vervoeren zij
zuurstof rijk bloed
In de kleine bloedsomloop vervoeren zij 
zuurstof arm bloed

Slide 3 - Tekstslide

Aders lopen van het hart naar de weefsels
A
Correct
B
Niet correct

Slide 4 - Quizvraag

Niet correct
Aders lopen altijd van de weefsels terug naar het hart

In de grote bloedsomloop vervoeren zij
zuurstof arm bloed
In de kleine bloedomloop vervoeren zij 
zuurstof rijk bloed.

Slide 5 - Tekstslide

Zuurstofrijk bloed houdt in dat..
A
Het bloed zuurstof bevat
B
Het bloed geen zuurstof bevat
C
Het bloed veel geld heeft
D
Dat zuurstof veel geld waard is

Slide 6 - Quizvraag

Antwoord A
Zuurstofrijk bloed bevat zuurstof.

Slide 7 - Tekstslide

In de longblaasjes worden via de haartvaten zuurstof opgenomen in het lichaam. Zuurstof wordt vervoerd door een bepaald ijzerhoudend celtype, welke cel is dat ook al weer?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord A
Rode bloedcellen bevatten ijzer en kunnen hiermee zuurstof vasthouden en transporteren. 
Door het ijzer kleuren deze cellen rood (net als roest bijvoorbeeld)
Deze cellen kleuren dan ook het bloed rood.

Slide 9 - Tekstslide

Gaswisseling Longblaasjes

Slide 10 - Tekstslide

Rode bloedcel en zuurstof

Slide 11 - Tekstslide

In de haarvaten kan zuurstof worden afgegeven of opgenomen. Dit noemen wij gaswisseling. Deze gaswisseling kan specifiek in de haarvaten plaatsvinden omdat
A
Het zuurstof zich hier op zijn plek voelt
B
De haarvaten maar één cel-laag dik zijn, en de zuurstof moleculen door de wand heen kunnen
C
De haarvaten van een speciaal materiaal zijn gemaakt die gaswisseling toe laat.
D
Pure magie

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord B
Haarvaten zijn ontzettend dun namelijk maar één cel-laag.
Hierdoor kunnen zuurstof moleculen (ook ontzettend klein) door de cel-laag heen. 


Slide 13 - Tekstslide

De grote van een cel vs een molecuul

Slide 14 - Tekstslide

Zuurstof molecuul (O2)

Slide 15 - Tekstslide

Grote van een haartvat 

Slide 16 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
Stappen:
1. Zuurstofrijk bloed verlaat het hart naar het lichaam of hoofd.
2. Zuurstofrijk bloed stroomt de haarvaten in en geeft zuurstof af.
3. Zuurstofarm bloed stroomt de aders in, terug op weg naar het hart.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 1
TRANSPORT
Zuurstofrijk bloed stroomt van het hart naar het lichaam en hoofd via een slagader.

Het doel is om zuurstof (en andere belangrijke dingen) te transporteren


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Leg stap 1 van de grote bloedsomloop uit, waar het heen gaat, wat het doel is en welk bloedvat betrokken is

Slide 20 - Open vraag

Stap 2
GASWISSELING
Zuurstofrijk bloed stroomt de haarvaten in in de verschillende weefsels.

Het doel is het uitwisselen van zuurstof aan de weefsels en de opname van afvalstoffen.

Slide 21 - Tekstslide

Haarvaten
Haarvaten kunnen zuurstofmoleculen door de wand heen laten omdat ze maar een cel dik zijn.

Er is dus ruimte voor de mini moleculen om er doorheen te gaan.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Leg stap 2 van de grote bloedsomloop uit, waar het heen gaat, wat het doel is en welk bloedvat betrokken is

Slide 24 - Open vraag

Stap 3
Zuurstof arm bloed stroomt weer de aderen in, op weg naar het hart.

Het doel is het terugkeren naar het hart (transport)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Leg stap 3 van de grote bloedsomloop uit, waar het heen gaat, wat het doel is en welk bloedvat betrokken is

Slide 27 - Open vraag

Grote bloedsomloop
Stap 1. Hart -> Weefsels (transport)
Stap 2. Haarvaten (afgifte zuurstof, opname afval)
Stap 3. Weefsels -> Hart (transport)

Slide 28 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
STAPPEN
Stap 1. Zuurstof arm bloed verlaat het hart op weg naar de longen (transport)
Stap 2. In de haarvaten bij de longblaasjes wordt zuurstof opgenomen
Stap 3. Zuurstof rijk bloed verlaat de longen op weg naar het Hart.

Slide 29 - Tekstslide

Stap 1
TRANSPORT
 het "gebruikte bloed" dat nu zuurstof arm is verlaat het hart op weg naar de longen. 
Dit gebeurt via een slagader van het is hart -> weefsels

Het doel van deze stap is het transport van zuurstofarm bloed

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Leg stap 1 van de kleine bloedsomloop uit, waar het heen gaat, wat het doel is en welk bloedvat betrokken is

Slide 32 - Open vraag

Stap 2
GASWISSELING
Bij de longblaasjes zitten allemaal haarvaten
Deze haarvaten zijn erg dun en geven afval stoffen af 
en nemen zuurstof op
Het zuurstofarme bloed wordt dus gevuld met zuurstof.

Het doel van deze stap is gaswisseling

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Leg stap 2 van de kleine bloedsomloop uit, waar het heen gaat, wat het doel is en welk bloedvat betrokken is

Slide 35 - Open vraag

Gaswisseling Longblaasjes

Slide 36 - Tekstslide

Stap 3
TRANSPORT
Het nu weer zuurstofrijke bloed stroomt van de longen terug naar het hart. 
Dit is een ader want het is weefsel-> hart
Vanuit het hart kan het weer worden verspreid. 

Het doel van deze stap is transport

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Leg stap 3 van de kleine bloedsomloop uit, waar het heen gaat, wat het doel is en welk bloedvat betrokken is

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Lyfmestelsel
Naast het bloedvatenstelsel hebben we nog een ander transportstelsel

Namelijk het lymfestelsel

Slide 41 - Tekstslide

Haarvaten
haarvaten zijn maar één cellaag dik. 
Daarom kunnen vloeistoffen dóór deze wand heen geperst worden en bepaalde stoffen afleveren

Slide 42 - Tekstslide

Wat is het voornaamste kenmerk van haarvaten?

Slide 43 - Open vraag

weefselvloeistof
De vloeistof tussen de cellen in de weefsels noemen wij weefselvloeitstof.
Door deze vloeistof worden stoffen naar de weefselcellen getransporteerd, en afval stoffen worden teruggeven aan het bloedvat

Slide 44 - Tekstslide

Weefselvloeistof
Weefselvloeistof wordt uit de haarvaten geperst door de hoge bloeddruk. Dit noemen wij filtratie.
De kracht waarmee dat gebeurt, wat dus afhankelijk is van je bloeddruk, wordt filtratiedruk genoemd.

Slide 45 - Tekstslide

Weefselvloeistof
Weefselvloeistof bevat voedingsstoffen en zuurstof. Dit wordt via diffusie, en soms actief transport, opgenomen in de benodigde cellen. 

Koolstofdioxide diffundeert in tegengestelde richting en geraakt dus weer in het bloed

Slide 46 - Tekstslide

Voedingsstoffen / afvalstoffen
Dit zorgt er dus voor dat voedingsstoffen en afvalstoffen worden afgeleverd en weggehaald.

Slide 47 - Tekstslide

Wat is weefselvloeistof, wat is het doel van weefselvloeistof en waar bevind weefsel vloeistof zich?

Slide 48 - Open vraag

Colloïd-osmotische waarde
De haarvaten zijn enkel doorlaatbaar voor water en kleine in water opgeloste moleculen.
Grote moleculen zoals eiwitten kunnen de haarvaten niet uit en verhogen hierdoor de osmotische waarde

Slide 49 - Tekstslide

Colloïd-osmotische waarde
De osmotische waarde geeft aan hoeveel opgeloste stoffen aanwezig zijn in een bepaalde vloeistof. Hoe hoger de osmotische waarde van een oplossing des te groter is de zuigkracht van de oplossing
Des te harder de oplossing "zuigt" aan vrije watermoleculen aan de andere kant van het membraan.

Slide 50 - Tekstslide

Colloïden
Colloïden zijn grote deeltjes (1-1000mm) die in de vloeistoffen zweven.

Vandaar de naam: Colloïde-osmotische waarde.

Slide 51 - Tekstslide

Afvoer weefselvloeistof
De afvoer van dit weefselstof wordt dus gedaan via deze osmotische waarde. 

De waarde is hoger in de bloedvaten en "zuigt" dus de vloeistoffen weer terug ín de haarvaten.

Slide 52 - Tekstslide

Lymfe
Ook word er een deel van die vloeistof het lymfestelsel ingepompt. 
Zodra de vloeistof zich in het lymfestelsel bevind heet het lymfe.

Deze vloeistof vervoerd afvalstoffen en ziekteverwekkers naar de lymfeknopen

Slide 53 - Tekstslide

Lymfe
In het lymfe zitten afvalstoffen, koolstofdioxide en zelfs witte bloedcellen.
Ook worden de niet opgenomen voedingstoffen en zuurstof via het lymfe vervoert.

Slide 54 - Tekstslide

Lymfevat
Een lymfevat heeft net zoals aderen kleppen, die zorgen ervoor dat het lymfe maar één richting op kan stromen.
Bewegingen van nabije spieren zorgen ervoor dat de vloeistof wordt weggepompt.

Slide 55 - Tekstslide

Wat is het lymfestelsel en wat is het doel ervan?

Slide 56 - Open vraag

Aderen en lymfevaten
In zowel aderen als lymfevaten is de persdruk (bloeddruk) heel laag
Hierdoor ontstaat er een kans dat de vloeistof weer terugstroomd. Dit is natuurlijk niet handig, dus hebben zowel aderen als lymfevaten kleppen om de terugstroom te voorkomen.

Slide 57 - Tekstslide

Wat is een overeenkomst van aderen en lymfevaten?

Slide 58 - Open vraag

Lymfeknopen
Lymfeknopen zijn het verzameldpunt voor alle lymfevaten.
Hier word:
  • Vloeistof met afvalstoffen afgevoerd
  • ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt

Slide 59 - Tekstslide

locaties lymfeknopen

Slide 60 - Tekstslide

Lymfestam en borstbuis
Uiteindelijk komt al het lymfe bij de rechter-lymfestam en bij de borstbuis uit.

Deze twee sluiten aan op grote aderen onder de sleutelbenen en vervoeren het lymfe weer terug in de bloedbaan

Slide 61 - Tekstslide

Oedeem
Oedeem is een vrij veel voorkomend ziektebeeld waarbij er vocht ophoopt in de weefsels en niet adequaat wordt afgevoerd. 

Iedereen heeft wel ééns oedeem gehad, op hele warme dagen bijvoorbeeld.

Slide 62 - Tekstslide

Enkel "oedeem"
Als je veel hebt gelopen, vooral op warme dagen, dan heb je nog wel eens wat vocht in je enkels. 
Druk je er dan op dan zie een een soort kuiltje ontstaan.
Dit komt omdat de zwaartekracht het vocht naar beneden trekt, waardoor je wat meer vocht in je benen houdt.

Slide 63 - Tekstslide

Beredeneer waarom het op warme dagen moeilijker is voor je aderen om vocht af te voeren.

Slide 64 - Open vraag

Oedeem
Er zijn echter ook chronische vormen van Oedeem. Deze hebben vaak te maken met ziekte problemen.
Bepaalde hart problemen, waarbij je hart niet sterk genoeg pompt kan zorgen voor oedeem in de benen.
Infecties, waarbij de sterfte van cellen zorgt voor een hogere concentratie eiwitten in de weefsels, kan zorgen voor oedeem.

Slide 65 - Tekstslide

"Kuiltjes" oedeem

Slide 66 - Tekstslide

Zwachtels
Bij dit soort oedeem zwachtelen wij bijna altijd de patiënt. 
Zwachtels is een zeer sterk, rekbaar verband. 

Kan je beredeneren waarom dit helpt?

Slide 67 - Tekstslide

Honger-oedeem
Honger oedeem is een enorm paradoxaal symptoom bij uithongering. Een symptoom die wij al sinds de oudheid kennen...
Bij uithongering krijgt de mens té weinig eiwitten binnen, waardoor de eiwit concentratie in het bloed te laag is voor de colloïd-osmotische waarde. De vloeistof stroomt dus niet meer terug de haarvaten in.

Slide 68 - Tekstslide

Honger-oedeem
Het paradoxale ervan is dat we vaak een zeer opgezwollen buik zien. 


Hierna komt een plaatje, maar die kan best wel naar zijn om te zien. Dus als je het niet wil zien, geef het dan aan!

Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide