2122 GRENZEN EN IDENTITEIT OPEN BOEK


Geef de omschrijving van het begrip 'annexeren'
1 / 45
volgende
Slide 1: Open vraag
AK grenzen en identiteitMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Geef de omschrijving van het begrip 'annexeren'

Slide 1 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:

'Grens tussen gebieden met een eigen bestuur'

Slide 2 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'betrokkenheid'

Slide 3 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Samenwerkingsverband van gebieden aan twee kanten van de grens om problemen op te lossen die grensoverschrijdend zijn.'

Slide 4 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'export'

Slide 5 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Een staat die bestaat uit deelgebieden die meer of minder zelfstandig zijn (autonomie hebben). Heet ook federale staat.

Slide 6 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'gesloten grens'

Slide 7 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Combinatie van opvallende kenmerken van een groep.'

Slide 8 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Grens'

Slide 9 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Grens die moeilijk te passeren is en vastligt. Heet ook gesloten grens.'

Slide 10 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Identiteit'

Slide 11 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Geaccepteerd worden in een groep met een andere identiteit.'

Slide 12 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Integratie'

Slide 13 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Grens die door mensen is bedacht.'

Slide 14 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Landijs'

Slide 15 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Grens tussen landen.'

Slide 16 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'lokalisme'

Slide 17 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Iemand die van de ene woonplaats naar de andere woonplaats verhuist, soms ook over landgrenzen heen.'

Slide 18 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Nationale identiteit'

Slide 19 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Ontkerkelijking'

Slide 20 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Participatie'

Slide 21 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Aanwezigheid van veel verschillen.'

Slide 22 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Regionale identiteit'

Slide 23 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Het streven naar zelfstandigheid op regionale schaal, zonder dat er sprake is van separatisme.'

Slide 24 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Segregatie'

Slide 25 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'De mate waarin mensen contact hebben met elkaar.'

Slide 26 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Verdraagzaamheid'

Slide 27 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Welvaart'

Slide 28 - Open vraag


Welk begrip wordt hier omschreven:
'Toestand waarin mensen niet alleen voldoende welvaart hebben, maar ook gelukkig en gezond kunnen leven.

Slide 29 - Open vraag


Geef de omschrijving van het begrip 'Zachte grens'

Slide 30 - Open vraag


Duitsland heeft een veel groter oppervlak dan Nederland.
De EEZ van Duitsland is toch kleiner dan die van Nederland.
Hoe kan dat?

Slide 31 - Open vraag

Welk grens is kunstmatig en welke natuurlijk? 
Sleep de afbeeldingen naar het juiste vak!
KUNSTMATIGE GRENS
NATUURLIJKE GRENS

Slide 32 - Sleepvraag


Grenzen kunnen ook vervagen of zelfs helemaal verdwijnen. Tegenwoordig kun je bijvoorbeeld zonder problemen vanuit Nederland naar Duitsland of België rijden, zonder aan de grens gecontroleerd te worden.
Noem hiervan een voordeel.

Slide 33 - Open vraag


Grenzen kunnen ook vervagen of zelfs helemaal verdwijnen. Tegenwoordig kun je bijvoorbeeld zonder problemen vanuit Nederland naar Duitsland of België rijden, zonder aan de grens gecontroleerd te worden.
Noem hiervan een nadeel.

Slide 34 - Open vraag


Een EEZ van een land is groter dan de territoriale wateren van dat land.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag


De brexit kan Noord-Ierland voordelen opleveren, maar ook nadelen.
Wat zou een nadeel kunnen zijn?

Slide 36 - Open vraag


Op de afbeelding hier rechts (klik er op om deze te
vergroten) zie je verschillende voorbeelden van de
typische Nederlandse nationale identiteit.
Noem er 5 (die te zien op deze afbeelding!).

Slide 37 - Open vraag



De landen in de EU zijn het niet eens over hoe de migratiecrisis opgelost moet worden. Welke landen willen een minder streng asielbeleid?

Slide 38 - Open vraag



Waarom streven gemeenten naar integratie?

Slide 39 - Open vraag



Rusland is een federale staat of een federatie. Met welke twee Europese landen is Rusland in dat opzicht goed te vergelijken?

Slide 40 - Open vraag



In welk deel van Rusland is de bevolkingsdichtheid het hoogst?

Slide 41 - Open vraag

Zoek de bron op in je boek en maak de juiste combinaties!
Russen
Oekraïners, Wit-Russen
Zuid-Kaukasische volken
Finoegriërs en Samojeden
Paleo-Aziatische volken
Noord-Kaukasische volken

Slide 42 - Sleepvraag


Rusland is een land met veel natuurlijke hulpbronnen.
Juist daarom hebben ze weinig industrie.
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quizvraag


De bevolking van de Krim was met bijna 97% van de stemmers voor aansluiting bij Rusland. De internationale gemeenschap heeft zich daarbij neergelegd.
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quizvraag


Mensen uit Rusland gingen, soms verplicht, in andere gebieden wonen en kregen voorrang bij het krijgen van een baan. Dit noem je ......

Slide 45 - Open vraag