Vrijdag instructie groep 4/5

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 48
Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Dit ga je vandaag leren:
  • Je leert wat de waterkringloop is. 
  • Je leert het veschil tussen een sloot, kanaal, beek, meer en rivier.
  • Je leert wat een polder is.

Slide 3 - Tekstslide

Waterkringloop
Het water op aarde maakt verre reizen. 
De reizen van het water verlopen altijd in een rondje: de waterkringloop. 

Slide 4 - Tekstslide

De waterkringloop
  • Water stroomt van de bergen via rivieren naar de zee.
  • Door de warmte van de zon verdampt water uit de zee.
  • Het stijgt omhoog en wordt een wolk.
  • De wolken waaien naar de bergen.
  • Daar regent het weer uit de wolken in de rivier of op de grond.


Slide 5 - Tekstslide

De waterkringloop
  • De waterkringloop heeft geen begin en geen einde.
  • Het gaat altijd maar door.
  • De zon is de motor van de waterkringloop.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Sloten, beken, meren en kanalen
Bijna overal in Nederland vind je water.
In de polder zie je rechte sloten.
In de heuvels zie je kronkelende beekjes. 

Slide 8 - Tekstslide

Sloten
Als het hard geregend heeft, kan het water door de sloten wegstromen.
Dat is vooral nodig in de lagere delen van Nederland.
Anders is het land veel te nat om akkers om te ploegen of om er huizen op te bouwen.
Sloten zijn gegraven door mensen

Slide 9 - Tekstslide

Beken en rivieren
Ook door beken en rivieren kan water wegstromen, net als bij sloten.
Ze zijn alleen niet gegraven door mensen, maar door de natuur gemaakt. 

Slide 10 - Tekstslide

Kanalen
Kanalen zijn wateren die gegraven zijn door mensen.
Meestal is het kanaal gegraven om er boten op te laten varen. 

Slide 11 - Tekstslide

Meren
Een meer kan door de natuur gemaakt zijn, maar ook door de mens.
Het is eigenlijk een hele grote waterplas.
Groter dan een vijver, maar kleiner dan een zee. 

Slide 12 - Tekstslide

Een aantal vragen

Slide 13 - Tekstslide

Is het door de mens gegraven of door de natuur ontstaan:

een sloot
A
door de mens gegraven
B
door de natuur ontstaan
C
door de mens of door de natuur

Slide 14 - Quizvraag

Is het door de mens gegraven of door de natuur ontstaan:

een beek
A
door de mens gegraven
B
door de natuur ontstaan
C
door de mens of door de natuur

Slide 15 - Quizvraag

Is het door de mens gegraven of door de natuur ontstaan:

een rivier
A
door de mens gegraven
B
door de natuur ontstaan
C
door de mens of door de natuur

Slide 16 - Quizvraag

Is het door de mens gegraven of door de natuur ontstaan:

een kanaal
A
door de mens gegraven
B
door de natuur ontstaan
C
door de mens of door de natuur

Slide 17 - Quizvraag

Is het door de mens gegraven of door de natuur ontstaan:

een meer
A
door de mens gegraven
B
door de natuur ontstaan
C
door de mens of door de natuur

Slide 18 - Quizvraag

Polders
Een groot deel van Nederland ligt lager dan de zee. 
Om deze lage delen zijn al lang geleden dijken gebouwd. 
Anders zou het land daar overstromen. 

Slide 19 - Tekstslide

Polders
Zo'n laag gebied met dijken erom heen noemen we een polder
Vroeger was daar water. 
Een polder heeft veel sloten om het vele water in de polder weg te laten stromen.
Anders kunnen we niet in de polder wonen of kunnen de boeren er niet werken.
Meestal staat er aan het eind van de sloot of het kanaal een gemaal om het water uit de polder weg te pompen. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Evaluatie van de les

Slide 23 - Tekstslide

Ik heb in deze les nieuwe dingen geleerd.
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Dit is wat ik wil onthouden van deze les:

Slide 25 - Open vraag

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 26 - Tekstslide