4.3 schimmels

bs. 4.3 schimmels
Lezen blz. 123 t/m 124
timer
5:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

bs. 4.3 schimmels
Lezen blz. 123 t/m 124
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Eukaryoten
Celkenmerken
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 2 - Tekstslide

Schimmels 
(domein - eukaryoten)
  • Een- of meercellig, celwand, celkern, geen bladgroenkorrels
  • Gist =  een eencellige schimmel
  • Meercellige schimmels bestaan uit lange dunne draden, de schimmeldraden
  • Voorplanting door sporen (meercellige)

Slide 3 - Tekstslide

Schimmels
Penseelschimmel: sporen aan uiteinde schimmeldraden

Penicilline: Antibioticum gemaakt van de penseelschimmel soort

Paddenstoelen: Maken en
verspreiden sporen. Uit de schimmeldraad groeit er een nieuwe paddenstoel

Slide 4 - Tekstslide

Nuttige en schadelijke schimmels
Nuttig:
  • Schimmels ruimen de resten van dode organismen op (voeding).
  • Speciale soorten schimmels spelen een rol bij het maken van voedingsmiddelen. Brood, bier, wijn of schimmelkaas.
  • Champignons en cantharellen zijn schimmels die we kunnen eten.
  • o
Schadelijk:
  • Bederven van voedsel
  • Ziekte veroorzaken bij mens (zwemmerseczeem), dier en plant.

Schimmelkaas
1
Gist is een eencellige schimmel.
Gebruikt voor het rijzen van deeg
2
Schimmel speelt een rol bij maken van bier / wijn
3
cantharellen en champignons
4

Slide 5 - Tekstslide

Schimmels...
A
... zijn altijd meercellig.
B
... zijn altijd eencellig.
C
... kunnen meercellig en eencellig zijn.
D
... geen organismen.

Slide 6 - Quizvraag

zijn meercellige schimmels opgebouwd uit schimmeldraden?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een schimmel?
A
een champignon
B
salmonella
C
een oogdiertje
D
Franse kaas

Slide 8 - Quizvraag

Met antibiotica (bijv. penicilline schimmel) dood je:
A
bacteriën
B
schimmels
C
virussen

Slide 9 - Quizvraag

Heb je je huiswerk gemaakt in je werkboek dan moet je zo 2 foto's inleveren.

Blz. 98 en 101


werk je digitaal, dan opdracht 11 maken.

Slide 10 - Tekstslide

Plaats hier de foto van blz. 98

Slide 11 - Open vraag

Plaats hier de foto van blz. 101

Slide 12 - Open vraag

bs. 4.3 schimmels
Lezen blz. 123 t/m 124
Maken: opdracht 11
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Domein
Bacterien

Archea
Eukaryoten
Schimmels
Planten
Dieren
Celkenmerken   
Eencellig
Geen celkern
Celwand
Geen bladgroenkorrels
Eencellig of veelcellig
Celkern(en)
Celwand(en)
Geen bladgroenkorrels
Eencellig of veelcellig
Celkern(en)
Celwand(en)
Bladgroenkorrels
Eencellig of veelcellig
celkern(en)
Geen celwand(en)
Geen bladgroenkorrels
Rijk
Grootste groep zijn de domeinen
Domeinen worden ingedeeld in rijken 
Celkenmerken worden gebruikt bij de indeling
Bacterien en archea worden prokaryoten genoemd
Prokaryoot bestaat uit 1 kleine cel zonder celkern
Eukaryoot bestaat uit 1 of meer grotere cellen met een celkern.

Slide 14 - Tekstslide

Vul de tekst aan met de juiste woorden.
Een schimmelcel herken je aan de volgende kenmerken:

- Wel:
- Wel:
- Geen:

Een schimmel bestaat uit: 

Schimmeldraden
Celkern
Celwand
Bladgroenkorrels

Slide 15 - Sleepvraag