DIAPLUS SPACE TRAVEL LES 3

DIAPLUS
SPACETRAVEL
 LES 3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

DIAPLUS
SPACETRAVEL
 LES 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van de les
Inleiding
Voorkennis activeren
Instructie / Theorie
Aan de slag
Nabespreking
Exit ticket

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
  • heb ik begrippen rondom 'space travel' herhaald.
  • kan ik een voorbeeld van een antoniem noemen.
  • heb ik de betekenis van woorden opgezocht in Google Translate. 
  • heb ik geoefend met het invullen van woorden uit de tekst. 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
timer
1:00
Typ binnen 1 minuut de Engelse woordjes rondom 'Space' die jij kent.
Space travel

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog waar de tekst over ging?
A
over aliens
B
over astronauten
C
over een ruimtereis
D
over een museum over ruimtevaart

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Even testen...
De tekst 'Travel into space at the Space Centre' bevat 
heel veel Engelse woorden.

Ken jij de betekenis van de volgende woorden?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent...

space
A
spatiebalk
B
ruimte
C
raket
D
planeet

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent...

medical conditions
A
conditie
B
medische conditie
C
gezondheids-problemen
D
medische wonderen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent...

opening times
A
starttijden
B
openingstijden
C
pauzetijden
D
eindtijden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent

monday - friday
A
maandag tot vrijdag
B
maandag min vrijdag
C
maandag en vrijdag
D
vrijdag tot maandag

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'find' in...

How to find us
A
zoeken
B
opzoeken
C
vinden
D
uitvinden

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van antoniemen zijn: wit, zwart / groot, klein. Wat denk je dat een antoniem is?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Een 'antoniem' is een moeilijk woord voor een 'tegenovergestelde'.

Dit woord hoef je niet te onthouden, alleen te
begrijpen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antoniem in gesprek
Ben jij druk?
Nee joh, ik ben een hele rustige leerling.
Het valt dus wel mee met de drukte?
Nou, heb wel drukke dagen en dan zal het voor de docenten tegenvallen om mij les te geven.

 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een antoniem van zon ?
A
zonnestralen
B
warmte
C
regen
D
strand

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een antoniem van groot?
A
dun
B
klein
C
lang
D
dik

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het antoniem van lang?
A
klein
B
langst
C
langer
D
kort

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het antoniem van jong?
A
jonger
B
oud
C
klein
D
oudst

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het antoniem van zwaar?
A
zwaarst
B
lichter
C
licht
D
zwaarder

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Je maakt in tweetallen keuze-opdracht 3A. 


Je zoekt bij opdracht A eerst (online) de antoniemen in het
Nederlands, waarna je ze vertaalt in het Engels.

Bij opdracht B zoek je de vertaling van de woorden
op. Dit mag ook in Google Translate.

Bij opdracht C vul je de woordjes van A en B op de juiste plek in.
Ook hierbij mag je Google Translate gebruiken! 

Slide 22 - Tekstslide

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.
Wat is een antoniem?
Je mag ook een voorbeeld noemen.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ken je ook een voorbeeld van een antoniem in het Engels?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies