Y2 - Into the future (lesson2)

welcome! Today: Grammar
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

welcome! Today: Grammar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future tense

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Future Fun

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

At the end of this lesson you are...


- Able to identify a sentence written in the simple future tense

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:25
What word did you hear? Perseverance ... search for signs of ancient life

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:31
What word did you hear? This time, our rover ... not be alone

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:40
What word did you hear? Ingenuity ... test the first controlled flight on another planet

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Three sentences in the future tense: 



So when you see the word Will in a sentence, you know they are talking about the future!
Ingenuity will test the first controlled flight on another planet

This time, our rover will not be alone

Perseverance will search for signs of ancient life

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goal
Aan het eind van de les kan ik:

- de 3 vormen van de toekomst noemen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future present simple

  • tijden volgens een vast schema:
  • dienstregeling
  • rooster
  • reisschema

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
Infinitief + (s)
Vaststaande gebeurtenissen in de toekomst die onderdeel zijn van een dienstregeling, rooster, of ander schema. 
The train arrives at six o'clock.

Does the supermarket close at 6 o'clock?

Our next class starts in twelve minutes.
Future: Present Simple

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future = to be going to
     voorspellingen waar je bewijs
     voor hebt.  
     Je bent van plan om iets te 
     gaan doen
1
2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future = Will
* gebruik je voor voorspellingen
* voor beloftes 
* als je aanbiedt om iets te doen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

future tenses

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What does it matter anyway?
"I'm going to play basketball tomorrow"
"I will play basketball tomorrow" 

"I'm going to have pizza
"I'll have the pizza"

What does the difference even matter?

Slide 16 - Tekstslide

ask the pupils if they notice the subtle difference in meaning. 

Point it out and explain to them if they don't.

WILL
Predictions and forecasts


Offers and promises

Spontaneous decisions


GOING TO
Predictions that are very likely to happen

Intentions

Previously made decisions

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I promise I ..... be there tomorrow
A
will
B
am going to

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I think I ... have some icecream right now
A
will
B
am going to

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I think my favourite football club .... win tonight
A
will
B
is going to

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We .... go camping next summer
A
will
B
are going to

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

fill in the future
I promise I _____ (call) you tonight
A
am going to call
B
will call
C
call

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 ways to use the Future tense
Present simple
fixed time 
(volgens rooster)
The bus leaves at 6.
Present continuous
dingen gaan zeker gebeuren
I'm leaving for Paris tomorrow.
to be going to
plan gemaakt, afspraak nog niet
We're going to watch 
a film this weekend.
will/shall
nog geen plan
je doet een voorstel
She'll become a lawyer once.
Shall I bring you a drink?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. To be going to + hele ww
  • er is een plan, maar nog geen afspraak
  •  voorspelling met bewijs

I am going to visit my uncle next week.
It isn't going to rain. Look at the blue sky!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Present Continuous 
(to be + hele ww + ing)

  • Het is geregeld of voorbereid.
  • Het gaat zeker gebeuren
  • Afspraak is afspraak!
I am celebrating my birthday tomorrow.
Ron is meeting his sister at 10 o'clock this Saturday.
I am leaving for Paris next month.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
1. I have to go now because it is cloudy. It _____ rain.
A
will
B
is going to

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
2. He left because he was angry. He _____ back in a few hours.
A
will probably come
B
is probably going to come

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
3. You did not study at all. You ____ the test.
A
are definitely failing
B
are definitely going to fail

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
4. Can I ask you a favour? ____ me a sandwich?
A
Will you make
B
Are you going to make

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
5. I think our national team ____ the world cup in two years.
A
will win
B
is winning

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
6. What do you think the weather ____ like?
A
is being
B
is going to be

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct answer.
9. I won't be home. I ____ the doctor about my ankle in the morning.
A
will see
B
am seeing

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Again three ways to refer to the future tense are?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies